De nieuwe zedenwet: recht doen aan zedenslachtoffers

Maandag 1 juli wordt de nieuwe zedenwet van kracht, waar Fonds Slachtofferhulp zich jarenlang sterk voor heeft gemaakt. Deze gemoderniseerde wet is een grote stap voorwaarts voor slachtoffers van seksueel geweld in Nederland. Maar er is meer nodig om seksueel geweld aan te pakken.


De nieuwe zedenwet uitgelegd

De nieuwe Wet Seksuele Misdrijven, die 1 juli 2024 in werking treedt, is een belangrijke stap voor slachtoffers. Zo hoeft ‘dwang’ niet langer bewezen te worden. Dit is een belangrijke erkenning van het feit dat seksueel geweld ook zonder fysieke dwang kan plaatsvinden; uit onderzoek blijkt dat maar liefst 70% van de slachtoffers bevriezen tijdens seksueel geweld. Ook is de strafbaarstelling van seksueel grensoverschrijdend gedrag uitgebreid, waardoor bijvoorbeeld seksuele intimidatie en misbruik met seksueel beeldmateriaal ook onder deze wet strafbaar zijn.

Dwang hoeft niet langer bewezen volgens zedenwet

De nieuwe wet moet de drempel voor zedenslachtoffers om aangifte te doen verlagen. Te vaak zien slachtoffers af van een aangifte van verkrachting, na het informatief gesprek met de zedenpolitie. De lat om dwang te bewijzen lag gewoon te hoog.  Met de nieuwe wet wordt verwacht dat het makkelijker zal zijn om tot vervolging over te gaan. In plaats van dat de politie, het OM en rechters moeten aantonen dat er dwang in het spel was, kunnen zij kijken naar aanwijzingen dat er sprake was van een ontbrekende wil. En/of het onvoldoende checken of de ander wel echt seks wilde. Geen ‘nee’ betekent straks niet zomaar ‘ja.’

Schuld versus Opzet

Fonds Slachtofferhulp adviseerde al in 2020 op het eerste wetsontwerp van toenmalig minister Grapperhaus. En ook in de jaren daarna brachten we, gedurende de consultatie van de wet seksuele misdrijven, advies uit. Ons belangrijkste advies zag met name op de introductie van verschillende gradaties in de strafbaarstelling van aanranding en verkrachting. Eén waarbij de dwang bewezen kan worden, en één waarbij dit niet vereist is. Ons advies is in grote lijnen overgenomen in de nieuwe wet seksuele misdrijven. Al is er nog een gradatie aan toegevoegd: de schuldvariant.

In de nieuwe wet staat opgenomen dat wanneer iemand gezien de omstandigheden het ernstige vermoeden had kunnen hebben dat de wil bij de ander ontbrak, maar toch de seksuele handelingen voortzette, hij of zij strafbaar is aan schuldverkrachting. Van opzetverkrachting is sprake indien iemand niet alleen vermoedde dat de wil tot het hebben van seks bij de ander ontbrak, maar dit wist, en toch de seksuele handelingen doorzette.  Als er dan ook nog eens sprake is van toepassing van geweld, dwang of bedreiging tijdens de verkrachting, dan maakt iemand zich schuldig aan gekwalificeerde opzetverkrachting.

Online seksueel misbruik

In onze adviezen hebben we ook gepleit voor het opnemen van alle vormen van online seksueel misbruik in de wet seksuele misdrijven. En met succes! Zo worden o.a. shame-sexting, sextortion en grooming niet ‘slechts’ als een schending van privacy of computervredebreuk gezien, maar wordt erkend dat het hierbij om een zedenmisdrijf gaat en dat de seksuele autonomie en integriteit van het slachtoffer zijn aangetast.

Maatschappelijke verandering is nodig

De nieuwe zedenwet doet recht aan de realiteit van seksueel geweld. En daarmee aan het leed en de gevolgen voor mensen die dit meemaken. De wet heeft de potentie om een maatschappelijke verandering op gang te brengen. Een verandering waarbij we als samenleving begrijpen en durven zien wat seksueel geweld écht betekent.

Deze wet geeft een krachtig signaal af naar de samenleving: de meeste slachtoffers schreeuwen, vechten of vluchten niet, maar werken mee. Alles is gericht op overleven. En nog belangrijker: deze wet geeft een krachtig signaal af naar slachtoffers: je wordt serieus genomen. Je wordt geloofd en begrepen, ook als je niet kunt aantonen te hebben gevochten of geschreeuwd. Dit geeft erkenning,  ook als je het strafrechtelijk bewijs voor een veroordeling niet rond krijgt.

Of de nieuwe wet daadwerkelijk zorgt voor een toename van het aantal aangiften? Dat moet de praktijk uitwijzen. Of dit de heilige graal gaat zijn voor mensen die seksueel geweld meemaken? Waarschijnlijk niet. De juridische route voorziet namelijk lang niet altijd in de behoeften van slachtoffers.

Projecten Fonds Slachtofferhulp

Alle slachtoffers van seksueel geweld verdienen erkenning, vergelding en bescherming. De nieuwe zedenwet is hier een belangrijke stap in. Maar er is meer nodig. Fonds Slachtofferhulp zet zich met verschillende projecten in voor slachtoffers van seksueel geweld.

WTFFF!?

WTFFF!? is een platform en campagne over (online) seksueel overschrijdend gedrag en misbruik. WTFFF!? is ontwikkeld voor en door Gen-Z. WTFFF!? geeft jongeren een podium om zelf te vertellen over wat zij hebben meegemaakt, over de weg die zij hebben afgelegd naar hulp en herstel en wat zij anderen mee willen geven.

Project On(t)schuldig

Met het project On(t)schuldig geeft Karakter uitleg over de instinctieve overlevingsreacties die optreden tijdens en na (seksueel) geweld, speciaal voor kinderen en jongeren.

Wij zijn M

Wanneer je seksueel misbruik hebt meegemaakt is de weg naar herstel ingewikkeld. Daarom pleit Stichting Wij zijn M voor meer ruimte en tolerantie voor de ervaringen van slachtoffers, zodat verhalen gedeeld worden en zij meer (h)erkenning krijgen.

Samen Helen

Samen Helen richt zich op de ondersteuning van naasten, met een focus op de ondersteuning van stellen, die het proces van helen van seksueel misbruik samen aangaan.

De wetsadviezen van Fonds Slachtofferhulp

In de wetsadviezen die wij schrijven staat één belangrijke vraag centraal: kunnen slachtoffers er straks voldoende op vertrouwen dat een aangifte zal leiden tot een passende straf. Een straf die letterlijk ‘recht doet’ aan het leed en de gevolgen van seksueel misbruik? Ondanks dat wij blij zijn dat de Minister ons advies heeft overgenomen en het wetsartikel heeft opgedeeld in verschillende gradaties. En ondanks dat wij het op de meeste punten eens zijn met dit voorstel, willen wij een aantal zaken bij de Minister onder de aandacht brengen:

Allereerst wordt het misbruiken van seksueel beeldmateriaal: ‘wraakporno’, nu gezien als een misdrijf tegen de Openbare Orde en valt dit niet onder de Wet Seksuele Misdrijven. Wij roepen op om wraakporno wel onder de Zedenwet te laten vallen. Wanneer wraakporno wel onder de Zedenwet valt, gaan er voor zedenslachtoffers namelijk meer deuren open. Zo krijgt een slachtoffer een speciale zedenrechercheur toegewezen op het moment dat hij of zij aangifte doet. Heeft een slachtoffer recht op rechtsbijstand van een speciale zedenadvocaat. En kan de geleden schade van een slachtoffer worden gevoegd bij de dader in het strafproces. Wanneer wraakporno onder de Wet Misdrijven tegen de Openbare Orde valt (zoals dit nu is geplaatst) zijn wij bang dat slachtoffers niet (of minder makkelijk) aanspraak kunnen maken op deze rechten.

Een ander belangrijk punt is de verjaringstermijn. Is er bijvoorbeeld over nagedacht dat schuldverkrachting, waarop maximaal vier jaar gevangenisstraf staat, na twaalf jaar zal verjaren? Terwijl verkrachtingen juist niet verjaren? Wat betekent dit in potentie voor slachtoffers? Wij vinden dat, als het om een minderjarig slachtoffer gaat, geen enkel (zeden)misdrijf zou moeten verjaren.

Ook gaan wij in ons laatste wetsadvies in op het punt dat er voldoende capaciteit en geld beschikbaar moet zijn voor de uitvoering van de nieuwe Zedenwet. Op dit moment blijven er al ontzettend veel aangiften van zedenzaken op de plank liggen. Gemiddeld wachten slachtoffers minimaal zes maanden voordat hun zaak in behandeling wordt genomen. Hier moet voldoende oog voor zijn: zeker nu het te verwachten is dat het aantal aangiften van (online) seksueel misbruik, verkrachting en aanranding zal toenemen.

Ons volledige wetsadvies van d.d. 27 mei 2021 vind je hier.