De nieuwe Wet Seksuele Misdrijven: wat betekent dit voor slachtoffers?

Wat gaat er veranderen met de nieuw aangenomen Wet Seksuele Misdrijven? Kunnen slachtoffers er voldoende op vertrouwen dat een aangifte zal leiden tot een passende straf? Een straf die letterlijk ‘recht doet’ aan het leed en de gevolgen van (online) seksueel misbruik?


Nathalie Gaal-Franse
Senior beleidsmedewerker bij Fonds Slachtofferhulp

Na flinke lobby van Fonds Slachtofferhulp en andere maatschappelijke organisaties, heeft de nieuw aangenomen Wet Seksuele Misdrijven (voorheen Zedenwet) veel elementen die het voor slachtoffers laagdrempeliger maakt om aangifte te doen en uiteindelijk de juiste hulp te krijgen. De wet gaat per 1 juli 2024 in werking. We zetten de belangrijkste veranderingen op een rij. 

Dwang geen criterium in nieuwe wet Seksuele Misdrijven

Iemand is strafbaar als hij, zij of die wist dat de ander geen seks wilde en dit toch deed. Dwang, geweld of bedreiging bij een aanranding of verkrachting zijn hierbij niet langer een vereiste voor een veroordeling, maar worden strafverzwarende factoren. In de nieuwe wet zal dus niet ‘dwang’, maar het ontbreken van instemming het criterium worden en dat is positief. Dit is in lijn met het advies dat we gegeven hebben. Dit draagt tenslotte bij aan meer erkenning voor slachtoffers van seksueel geweld en werkt hopelijk ook de aangiftebereidheid, opsporing én vervolging in de hand.

Dit was ons advies voor de nieuwe wet Seksuele Misdrijven

In augustus 2020 brachten wij advies uit op het eerste voorontwerp van dit wetsvoorstel, toen nog de Zedenwet. Hierin hebben wij aangegeven dat wij ons kunnen vinden in de gedachte dat slachtoffers van seksueel misbruik beter beschermd moeten worden. Met de invulling die de Minister in het voorontwerp hieraan gaf, waren wij het echter niet eens. We hebben de minister geadviseerd om geen nieuwe delictsvorm: ‘Seks tegen de wil’ te introduceren, maar om verschillende gradaties te introduceren. Namelijk de gradaties ‘opzet’ en ‘schuld’, met daarbij behorende oplopende strafeisen en verjaringstermijnen. Ons advies en ook het advies van overige organisaties, is op deze punten overgenomen. 

Waarom is deze wijziging zo belangrijk voor slachtoffers?

Volgens de ‘oude’ wet moet er sprake zijn van ‘dwang’ om een verkrachting te bewijzen. Dit terwijl 70% van de verkrachtingsslachtoffers verstijft van angst, zich niet kan verzetten en soms ook niet om hulp kan schreeuwen. Hoe kan dwang dan bewezen worden?

Ook zien te veel slachtoffers af van een aangifte, na het informatief gesprek met de zedenpolitie. Dat blijkt ook uit cijfers van het CBS. Slachtoffers van seksuele delicten (zowel misdrijven of lichtere overtredingen) gaan in de meeste gevallen niet naar de politie om te melden wat ze is overkomen. Zij doen over het algemeen minder vaak melding dan slachtoffers van andere soorten delicten. In 2021 deed 11,5 procent van de slachtoffers van seksuele delicten een melding. Met de nieuwe wet wordt verwacht dat het makkelijker zal zijn om tot vervolging over te gaan. In plaats van dat de politie, het OM en rechters moeten aantonen dat er dwang in het spel was, kunnen zij kijken naar aanwijzingen dat er sprake was van een ontbrekende wil. En/of het onvoldoende checken of de ander wel echt seks wilde.

Ongewenst delen van seksueel beeldmateriaal wordt seksueel misdrijf

Seksueel misbruik met beeldmateriaal, zoals het ongewenst openbaar maken van seksfilmpjes en naaktfoto’s, wordt een seksueel misdrijf in de nieuwe wet. Of het nu gaat om wraakporno, sexting misbruik, sextortion of grooming. Online seksueel misbruik heeft de afgelopen jaren een vlucht genomen en de impact op slachtoffers is enorm. De hulpverlening aan slachtoffers van online seksueel misbruik is echter nog een ondergeschoven kindje. Dat moet anders. Misbruik van seksueel beeldmateriaal is een zedendelict en hoort daarom thuis in de wet seksuele misdrijven. We zijn daarom enorm blij met de steun die de meerderheid van de Kamer gaf aan ons verzoek dit in de nieuwe wet op te nemen.

Dit was ons advies

Allereerst werd het misbruiken van seksueel beeldmateriaal: ‘wraakporno’, gezien als een misdrijf tegen de Openbare Orde en valt dit niet onder de Wet Seksuele Misdrijven. Wij riepen op om wraakporno wel onder de Wet Seksuele Misdrijven te laten vallen. Zodat alle verschijningsvormen van misbruik van seksueel beeldmateriaal in de zelfde wet staan en op dezelfde manier behandeld worden. Zo voorkom je bovendien dat bij nieuwe vormen van misbruik, niet opnieuw de discussie oplaait bij welke wet dit thuishoort.

Hoe maakt de nieuwe wet Seksuele Misdrijven een verschil voor slachtoffers?

Alleen zo krijgen slachtoffers de erkenning dat dit geldt als een seksueel misdrijf. Dit is niet alleen belangrijk voor een gevoel van erkenning en hun herstel. Maar ook voor de gerechtelijke afwikkeling is dit van groot belang. Wanneer wraakporno wel onder de Wet Seksuele Misdrijven valt, gaan er voor zedenslachtoffers namelijk meer deuren open. Zo krijgt een slachtoffer een speciale zedenrechercheur toegewezen op het moment dat hij, zij of die aangifte doet. Heeft een slachtoffer recht op rechtsbijstand van een speciale zedenadvocaat. En kan de geleden schade van een slachtoffer worden gevoegd bij de dader in het strafproces. Bovendien zorgt het ervoor dat slachtoffers die aangifte doen van online seksueel misbruik, door dit “openbare orde stempel”, niet automatisch worden doorverwezen naar specialistische hulp.