Wat doet Fonds Slachtofferhulp tegen roekeloosheid?
Hoe kan het toch dat verkeershufters die alle regels aan hun laars lappen en daarbij ook nog slachtoffers maken, gewoon wegkomen met een relatief lage straf? Samen met vele anderen stelden wij onszelf deze vraag. Want hoewel de strafmaat voor slachtoffers en nabestaanden nooit zaligmakend is, draagt het wel bij aan het gevoel van erkenning. En is het daarmee belangrijk voor de verwerking van wat hen is overkomen.
Fonds Slachtofferhulp werkte daarom de afgelopen drie jaar aan de totstandkoming van een wet die zowel de bewijslast als de strafmaat van roekeloosheid in het verkeer aanpakt. En met succes: per 1 januari 2020 is er een wetswijziging van kracht waarmee roekeloze rijders strenger kunnen worden gestraft. Met deze nieuwe wet is de juridische vertaling meer in lijn gekomen met wat wij als samenleving roekeloos vinden. Wegpiraten en veelplegers in het verkeer krijgen zo de straf die past bij wat zij hebben aangericht.
Ons jarenlange onderzoek naar de strafmaat in het verkeer en het zoeken van media-aandacht daarbij, heeft al eerder zijn vruchten afgeworpen. In juni 2019 bleek er een belangrijke kentering te hebben plaatsgevonden in de rechtbank.
Roekeloze actie
Milan was 8 jaar toen er op 10 maart 2019 een man op hem inreed. Uit onderzoek bleek dat de dader onder invloed van alcohol en met een snelheid van 127 km per uur over een kruispunt scheurde, waar 70 km per uur was toegestaan. Hij negeerde hierbij een rood verkeerslicht. Niet alleen Milan was slachtoffer van deze roekeloze actie; zijn twee jaar oudere broertje Sven liep een schedelbasisfractuur op en vocht dagenlang voor zijn leven. Een tragische gebeurtenis die de familie altijd zal blijven achtervolgen.
Terwijl de dader in soortgelijke gevallen meestal slechts een lichte straf kreeg opgelegd, nam deze rechter de zwaarste vorm van schuld in het verkeer, roekeloosheid, aan. De dader kreeg vier jaar cel en een rijontzegging van vijf jaar opgelegd. Deze uitspraak, en het feit dat het wetsvoorstel ‘roekeloos rijgedrag’ door de Tweede Kamer is aangenomen, bleek het startpunt van een belangrijke ontwikkeling.
Opnieuw veroordeling roekeloos rijgedrag teruggefloten
Op 26 april 2019 deed het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in hoger beroep in de zaak Fleur Balkestein. Fleur, een jonge vrouw van negentien jaar, kwam in maart 2016 om het leven. Een man reed met minimaal 150 kilometer per uur en onder invloed van alcohol op haar in. De man had twee keer de toegestane hoeveelheid alcohol in het bloed. Ook bleek hij al vijf keer veroordeeld te zijn voor rijden onder invloed van alcohol. De rechtbank had de man veroordeeld voor roekeloosheid, wat de zwaarste vorm van schuld is. In hoger beroep acht het hof roekeloosheid niet bewezen. De man is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar en vier jaar rijontzegging. Deze schrijnende zaak legt de vinger op twee pijnpunten. Dat opnieuw door een hogere rechter geoordeeld wordt dat er geen sprake is geweest van roekeloos rijgedrag. En dat iemand na zo’n veroordeling weer zonder voorwaarden achter het stuur kan stappen.
Ver onder de maat
Hoewel dit goed nieuws is en de wetswijziging inmiddels van kracht is, stopt het werk van Fonds Slachtofferhulp hier niet. Op dit moment zijn de straffen voor ernstige verkeersdelicten nog steeds ver onder de maat. Zo blijkt ook uit ons onderzoek ‘strafmaat verkeer’ en uit verschillende recente uitspraken. De oorzaak ligt mede in het feit dat de zwaarste vorm van schuld ‘roekeloosheid’ slechts in zeer uitzonderlijke gevallen door de rechter wordt aangenomen. De juridische interpretatie van de term ‘roekeloosheid’ verschilt namelijk nog steeds wezenlijk van de maatschappelijke betekenis. Wanneer het nieuwe wetsvoorstel in werking treedt, kan dit interpretatieverschil worden verkleind. En kunnen roekeloze rijders een straf krijgen die beter tegemoet komt aan het rechtvaardigheidsgevoel van verkeersslachtoffers en nabestaanden.