Limiet alcohol in het verkeer
In Nederland kennen we een onderscheid tussen beginnende bestuurders en ervaren bestuurders. Beginnende bestuurder ben je de eerste vijf of zeven jaar na het behalen van je eerste rijbewijs. Als je je AM-rijbewijs (bromfiets, scooter, speed-pedelec, snorfiets en brommobiel) hebt gehaald op je 16e of 17e, dan ben je de eerstvolgende zeven jaar beginnende bestuurder. Haal je tevens je autorijbewijs op je 17e of later? Dan ben je de daaropvolgende vijf jaar beginnend bestuurder. Na het verstrijken van deze jaren, word je automatisch aangemerkt als ervaren bestuurder.
Beginnende bestuurder
Voor beginnende bestuurders gelden strengere regels dan voor ervaren bestuurders. Zo ook op het gebied van alcohol. Als beginnende bestuurder is een alcoholpromillage van 0,2 toegestaan. Het is lastig te vertellen hoeveel dit precies is, aangezien het per persoon verschilt hoe je lichaam op de alcohol reageert en hoe het dit verwerkt. Gemiddeld kunnen we zeggen dat dit voor een jongen slechts één biertje betekent en voor een meisje een halve. Eigenlijk kan je als beginnend bestuurder dus beter helemaal niet drinken als je nog moet rijden. De reden dat het alcoholpromillage voor beginnende bestuurders niet op 0,0 is gezet, is omdat je ook alcohol in je bloed kunt krijgen door het eten van zoetigheid met alcohol erin. Denk bijvoorbeeld aan gevulde bonbons of tiramisu.
Ervaren bestuurder
Voor ervaren bestuurders zijn de regels iets soepeler. Het toegestane alcoholpromillage in het verkeer ligt voor hen op 0,5. Dit betekent ongeveer 2 glazen voor een man en 1-1,5 voor een vrouw. Nog steeds erg weinig dus. Toch wordt geadviseerd om helemaal geen alcohol te drinken voordat je gaat rijden. Het risico op betrokkenheid bij een ongeluk is 1,4 keer hoger als je alcoholpromillage 0,5 is ten opzichte van nuchter rijden. Bij een promillage van 1,0 is dit al 4 keer zo hoog en bij 1,5 maar liefst 20 keer! Kortom, drink gewoon niet voordat je de auto in stapt. (bron: SWOV)