Onderzoek ligt aan de basis van alles wat we doen. We willen weten waar slachtoffers tegenaan lopen, praktisch, juridisch, maar ook emotioneel. En boven alles willen we weten wat ze écht verder helpt om hun leven weer op te pakken.
Als dé kennis- en verbindingsorganisatie voor slachtoffers, willen we vinger aan de pols houden wat de positie is van slachtoffers in onze veranderende maatschappij. Samen met Centerdata (Tilburg University) zijn we een meerjarig, grootschalig kwantitatief onderzoek gestart onder de volwassen Nederlandse bevolking: ‘Victims In Modern Society’. In de studie staan sociale steun, erkenning, gebruik van professionele hulpverlening en psychische klachten na slachtofferschap centraal.
Wat is de impact van een traumatische gebeurtenis op het leven van slachtoffers? Welke risicofactoren hangen samen met slachtofferschap? Hoe gaat de maatschappij om met slachtoffers? Om hier meer inzicht in te krijgen, hebben we samen met het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) een vijfjarig onderzoeksprogramma opgezet.
Voor verkeersslachtoffers en nabestaanden is er al basishulp beschikbaar, maar gespecialiseerde hulp op maat is er nog nauwelijks. Met het project TrafVic willen we hier verandering in brengen. We zorgen ervoor dat slachtoffers en nabestaanden van een ernstig verkeersongeval kunnen rekenen op specialistische en laagdrempelige hulp. Hulp die slachtoffers helpt te verwerken wat hen is overkomen, zodat ze de draad van het leven weer kunnen oppakken.
Er is nog weinig bekend over de problemen die kinderen, die een dierbare hebben verloren, kunnen ervaren. Daarom is het belangrijk om hier wetenschappelijk onderzoek naar te doen. Zo kunnen mogelijke problemen snel worden herkend en kunnen deze kinderen zo goed mogelijk geholpen worden.
Het is van groot belang dat slachtoffers van online seksueel misbruik niet meer onzichtbaar blijven en dat de drempel naar de hulpverlening verlaagd wordt. Door dit onderzoek door het NSCR komt er meer zicht op wat slachtoffers van online seksueel misbruik nodig hebben, zodat zij de juiste hulp kunnen krijgen.
In dit project onderzoeken we met het NSCR wat de profielen zijn van slachtoffers van seksueel geweld die er voor kiezen buiten de reguliere hulp-kanalen hun slachtofferschap op social media te delen, in welke vorm zij dat doen en met welke motieven, en wat de reacties op hun publicaties zijn en de uitwerking daarvan.
Met het onderzoek Ruimte voor ontmoeting brengen we samen met Misbruikt! in kaart of slachtoffers van seksueel misbruik baat hebben bij lotgenotencontact en op welke manier.
Wanneer jonge slachtoffers van kindermishandeling niet direct passende hulp krijgen, kunnen ze hun leven lang last houden van een heleboel problemen. Samen met Levvel en Amsterdam UMC werken wij aan een nieuw behandelmodel, waarbij we niet alleen werken aan de traumabehandeling zelf, maar juist ook aan de vertrouwensrelatie tussen het kind en de opvoeders. We onderzoeken de effectiviteit van deze behandelmethode bij 40 kinderen en hun opvoeders. Bij een succesvolle uitkomst zorgen we ervoor dat de methode breed beschikbaar wordt gesteld.
Wie: Universiteit Twente Universiteit Utrecht.
Wat: Toen niet lang na de start van de oorlog in Oekraïne veel Oekraïense mensen naar Nederland waren gekomen, werd de eerder ontwikkelde rouwmeter vertaald naar het Oekraïens. Het geeft mensen die rouwen zicht op hun rouwreacties en of ze belang hebben bij ondersteuning. Tegelijkertijd verzamelen de onderzoekers met deze rouwmeter kennis over de aard en ernst van rouwreacties bij Oekraïense vluchtelingen.
Wie: Sinai Centrum en Arkin
Wat: Dit project onderzoekt wat de risico’s zijn waardoor mensen die hersteld zijn van PTSS opnieuw slachtoffer kunnen worden, revictimisatie. En, minstens zo belangrijk, wat zijn de beschermende factoren? Met deze inzichten ontwikkelen de onderzoekers een nieuwe interventie om revictimisatie te voorkomen.
Wie: Universiteit Utrecht en Rijksuniversiteit Groningen
Wat: Het overkwam veel mensen in coronatijd: je verliest een dierbare en kunt niet goed afscheid nemen. Special voor deze groep mensen ontwikkelden onderzoekers van Universiteit Utrecht en Rijksuniversiteit Groningen een online cognitieve gedragstherapie. De behandelstudie is inmiddels afgerond en de online therapie is beschikbaar via rouwbehandeling.nl
Samen met het Centrum Seksueel Geweld en Fier brengen we in kaart welke drempels er zijn voor slachtoffers van (online) seksueel geweld om te komen tot disclosure.
Wie: Eva Kwakman van de UvA
Wat: Straatgeweld gebeurt vaak in het zicht. Een ruzie in het verkeer, een opstootje op straat. Aan de ene kant wordt het geaccepteerd als een gegeven binnen dicht bebouwde samenleving. Aan de andere kant wordt het gezien als iets wat buiten jouzelf gebeurt en waar je niets te maken heeft met jouw normen en waarden. Dit project onderzoekt hoe we denken en praten over dagelijks straatgeweld en welke invloed dit heeft op het beëindigen of in stand houden van het geweld.
Wie: Bodine Gonggrijp, NSCR
Wat: In dit onderzoek wordt met behulp van het Nederlands Tweelingregister (NTR) de gevolgen van diverse soorten slachtofferschap van criminaliteit en verkeersongelukken bepaald: financieel, medisch, psychologisch, en in termen van een aantal andere uitkomstmaten (zoals arbeidsmarktparticipatie en relatievorming).
Wie: Freya Augusteijn, NSCR
Wat: In dit onderzoek gaan we allereerst middels surveys, dossieronderzoek en observatie vaststellen in welke mate slachtoffers van criminaliteit in de praktijk de rechten verwezenlijkt krijgen die hen wettelijk toekomen. Vervolgens gaan we een aantal remedies opstellen om de belangrijkste obstakels tegemoet te treden die we in het Law and Behaviour Lab van A-Lab gaan uittesten, zodat empirisch onderbouwde aanbevelingen uit het project zullen volgen.
COVID-19 hield ons allemaal in zijn greep. Velen van ons krijgen door de pandemie te maken met haast onwerkelijke situaties en keuzes. Zoals het verlies van een dierbare in tijden van corona. In de PDF ‘Afscheid nemen tijdens COVID-19’ geven we antwoord op de veel gestelde vragen.
De gevolgen van kindermishandeling voor kinderen zijn groot, maar het wordt te vaak en niet op tijd herkend. Of professionals worstelen met de vraag hoe zij deze vermoedens kunnen uiten. Hoe eerder er hulp komt voor deze kinderen, hoe beter. Onderzoekers van het NSCR doen daarom verdiepend onderzoek naar de signalen van kindermishandeling en vertalen dit naar een toolkit voor onderwijsprofessionals.
Wereldwijd is psychische kindermishandeling de meest voorkomende vorm van kindermishandeling. Toch is hier nog onvoldoende onderzoek naar gedaan en weinig kennis over bij zorgprofessionals en de maatschappij. Daarom wil Arkin, in samenwerking met Amsterdam UMC, met dit project psychische kindermishandeling meer onder de aandacht brengen.
Voor iemand die seksueel misbruik meemaakt op jonge leeftijd, kan dat voor de rest van het leven gevolgen hebben. Daarom hebben experts in Amerika een vragenlijst ontwikkeld die de seksuele ontwikkeling van kinderen in kaart brengt. Het doel van de vragenlijst is om zorgprofessionals inzicht te geven in normaal en zorgwekkend seksueel gedrag. Onderzoekers van het Kinder- en Jeugdtraumacentrum van Kenter Jeugdhulp en de Vrije Universiteit Amsterdam werken momenteel aan een vertaling van deze vragenlijst.
Fonds Slachtofferhulp is altijd op zoek naar nieuwe projecten en onderzoeken die de positie van slachtoffers versterken. Heb jij een relevant project- of onderzoeksvoorstel op dit vlak? Dan nodigen we je van harte uit jouw voorstel in te dienen. Voor meer informatie, speerpunten en subsidiecriteria verwijzen we je graag naar onderstaand document.