Vandaag kiest Nederland wie er de komende vier jaar over hun gemeente beslist. De gemeenteraadsverkiezingen zijn een stuk minder populair dan de landelijke tegenhanger. Het verschil in opkomst tussen de twee is gemiddeld twintig procent. En dat terwijl de gemeenteraad aanzienlijke invloed heeft op je directe leefomgeving. Zo zijn het de gemeenten die beslissen over de bouw van een nieuw wijk, hoeveel festivals er per jaar mogen plaatsvinden en hoe hard er in jouw straat gereden wordt. En daar kun je als kiezer dus invloed op uitoefenen – door op de partij te stemmen die het beste aansluit bij wat jij belangrijk vindt. Sterker nog: je stem telt bij de gemeenteraadsverkiezingen veel directer dan bij de landelijke verkiezingen.
Verkeersveiligheid: van levensbelang
Eén van de thema’s waar veel kiezers belang aan hechten is verkeersveiligheid. Bijna iedereen heeft wel een idee over hoe hun straat veiliger kan. Dat blijkt ook uit onze enquête naar de aanpak van veiliger verkeer: driekwart stemt voor een maximumsnelheid van 30 kilometer per uur in de stad. Wel is een deel van mening dat voor scooters en e-bikes in dat geval ook een maximumsnelheid moet gelden. Iets meer dan de helft gaf aan het een goed idee te vinden om bestelbusjes en vrachtauto’s rondom scholen te weren. Al legt een deel van de respondenten de verantwoordelijkheid liever bij de ouders. Welke beslissing uiteindelijk genomen wordt, is in handen van de gemeenteraad. Dus, door op een partij te stemmen die veel focus legt op verkeersveiligheid, ben jij indirect verantwoordelijk voor een veiligere wijk.
Welke invloed hebben gemeenten op verkeersveiligheid?
Verkeersregels maken een belangrijk deel uit van verkeersveiligheid: niet te hard rijden, niet met alcohol op achter het stuur en niet appen tijdens het rijden. Gemeenten hebben invloed op de naleving van deze regels. Bijvoorbeeld door middel van aanpassingen aan de infrastructuur of een gerichte veiligheidscampagne. Bovendien bepalen gemeenten zelf de maximumsnelheid in bepaalde delen van het dorp of de stad. Of er binnen de bebouwde kom 50 of 30 wordt gereden, verschilt dus per gemeente.
Veiligheidsprioriteiten binnen de gemeente worden elke vier jaar vastgesteld in een zogenoemd veiligheidsplan. Maar, het onderwerp verkeer maakt nog lang niet altijd deel uit van dit plan. Effectieve verkeershandhaving en een veilige inrichting van de openbare ruimte vraagt onder andere om structureel overleg tussen gemeente, provincie (of vervoerregio), openbaar ministerie en politie. Dat is iets waar de gemeenteraad veel invloed op kan uitoefenen.
Is dat genoeg?
Marco te Brömmelstroet, wetenschapper en auteur van ‘Het recht van de snelste’, vindt van niet. De discussie rondom het verlagen van de maximumsnelheid binnen de stad is een goed begin, maar wat hem betreft zou de discussie veel verder moeten gaan. Samen met collega’s van de UvA publiceerde hij de Principes voor een rechtvaardige straat, waarin hij onder andere gemeenten oproept om op een andere manier over verkeersveiligheid na te denken. “De afgelopen decennia zijn we onze straten gaan zien als plekken voor de doorstroming van verkeer. Daarmee creëren we in de openbare ruimte condities die wat ons betreft niet rechtvaardig zijn en waar continu gevaar heerst”, legt Marco uit.
Verantwoordelijkheid
Daar ligt wat hem betreft ook een verantwoordelijkheid voor de gemeenten. “Wat ik mis in alle debatten die gevoerd worden, is dat het niet over échte veiligheid gaat – of zelfs verkeersgevaar. Ik hoop dat er na de gemeenteraadsverkiezingen een aantal gemeenten zal zijn die geen wethouder verkeer meer aanstellen, maar een wethouder openbare ruimte. Die als één van de vele thema’s in de openbare ruimte ook zorgt draagt voor het verkeer.”
Ook Fonds Slachtofferhulp pleit voor aanvullende maatregelen om van verkeersveiligheid prioriteit te maken. Zo zijn we aangesloten bij de Verkeersveiligheidscoalitie. Die als doel heeft om het aantal verkeersslachtoffers in 2030 te halveren. Vandaag roepen wij gemeenten op om samen met ons naar dat doel toe te werken. Om niet alleen verbetering te beloven, maar het ook waar te maken.