Als samenleving hebben we bij zedenzaken decennialang onze pijlen gericht op de verkeerde persoon: het slachtoffer. In plaats van daders aan te spreken op hun gedrag, hebben we slachtoffers gedwongen zichzelf te verantwoorden. Alsof het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag hun taak is, in plaats van die van de persoon die over de grens ging.
Victim blaming is een tweede klap
Victim blaming is een tweede klap voor slachtoffers. Het maakt het nóg moeilijker om naar buiten te treden, terwijl we juist moeten zorgen voor een veilige omgeving waarin zij zich kunnen uitspreken. Een omgeving waarin ze worden geloofd, gesteund en beschermd – niet opnieuw getraumatiseerd door twijfel, schaamte of schuldgevoelens die hen ten onrechte worden aangepraat. Iva Bicanic, oprichter van het Centrum Seksueel Geweld zegt hierover: “Gevoelens van schaamte en schuld zijn bijna altijd aanwezig. De druk om het niet te vertellen, die is heel groot. Door er niet over te praten, er niet meer aan te denken, kan je niet verwerken. Als mensen hebben wij het vermogen om trauma’s te verwerken. Dat is onze veerkracht. Maar die veerkracht krijgen wij ook door de steun van de mensen om ons heen. Zonder steun kunnen we moeilijk verwerken en door victim blaming stapelen negatieve gevoelens zich op.’’
Verantwoordelijkheid van de samenleving
Het is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid als maatschappij om de zwijgcultuur te doorbreken. De manier waarop wij reageren op verhalen van slachtoffers bepaalt mede of anderen zich durven uit te spreken. Zolang we blijven vragen ‘waarom ze niets deden’, houden we het systeem van stilte en schaamte in stand. Maar als we collectief zeggen: “Je verhaal doet ertoe. Wat jou is aangedaan is niet jouw schuld,” maken we ruimte voor heling, erkenning en verandering.
Onder het vergrootglas van de publieke opinie
Wanneer zedenzaken groot in de media komen, staan slachtoffers niet alleen tegenover de dader, maar ook tegenover de meningen van het hele land. Iedereen kijkt mee, oordeelt, en vormt een mening – vaak zonder alle feiten te kennen. Slachtoffers die zich uitspreken in zulke situaties dragen niet alleen het gewicht van hun eigen verhaal, maar ook de extra druk van publieke aandacht en commentaar. Dat vergt ongelooflijke moed. En juist daarom is het van essentieel belang dat wij als samenleving zorgvuldig, empathisch en steunend reageren. In plaats van twijfels te zaaien, zouden we moeten erkennen hoe zwaar het is om op te staan als heel Nederland meekijkt – en dat die keuze nooit lichtvaardig wordt gemaakt.
De pijn van secundaire victimisatie
Wat veel mensen zich niet realiseren, is dat de reactie van de omgeving – of juist het uitblijven daarvan – voor slachtoffers soms nog pijnlijker is dan het seksueel geweld zelf. Wanneer slachtoffers worden geconfronteerd met twijfel, schuldvragen of afstand van mensen om hen heen, leidt dat tot wat we noemen secundaire victimisatie. Het gevoel niet geloofd te worden, alleen te staan of zelfs verantwoordelijk gehouden te worden voor wat hen is aangedaan, kan diepe wonden slaan.
Krachtige rolmodellen
Alle slachtoffers die zich tijdens rechtszaken over seksueel grensoverschrijdend gedrag uitspreken, zijn krachtige rolmodellen. Hun moed en openheid verschuiven het narratief: weg van het schuldgevoel bij slachtoffers, naar de verantwoordelijkheid van de daders. Hun verhalen maken duidelijk dat schaamte en schuld nooit bij het slachtoffer thuishoren. Die rusten volledig bij de persoon die over de grens is gegaan. Het delen van verhalen over misbruik kan anderen vooruit helpen. Onze projectpartner en ervaringsdeskundige Mandy Sleijpen noemt als voorbeeld de zaak rond Gisèle Pelicot, de Franse vrouw die, gedrogeerd, door zeventig mannen misbruikt werd. Hoe Pelicot in de rechtszaal stond, werd wereldwijd geroemd. “Zij stond daar en zei: ‘Ik hoef me niet te schamen'”, vertelt Mandy. “Als zij zo durft te staan, durven anderen ook te gaan denken van: misschien was het dan ook wel niet mijn schuld.”
Wetgeving als fundament, maatschappelijke houding als sleutel
Met de invoering van de nieuwe Wet Seksuele Misdrijven per 1 juli 2024 is er een belangrijke juridische basis gelegd die beter aansluit bij de realiteit van slachtoffers. De wet erkent dat seksueel geweld ook zonder fysieke dwang kan plaatsvinden en stelt het ontbreken van instemming centraal. Maar wetgeving alleen is niet voldoende. Het is aan ons als samenleving om deze wet te laten werken door slachtoffers serieus te nemen, hen te geloven en te steunen.
Tijd voor verandering
Het is tijd voor een nieuw perspectief. Tijd om het patroon van victim blaming te doorbreken en te bouwen aan een samenleving waarin slachtoffers zich gesteund voelen – en daders verantwoordelijk worden gehouden voor hun daden. Want alleen dan maken we écht ruimte voor gerechtigheid, veiligheid en herstel.