Van slachtoffer, naar pleger, naar ervaringsdeskundige
Toen ik heel jong was, lag ik vaak wakker in bed. Ik durfde niet te gaan slapen. Ik wist wat er kon gebeuren als mijn vader ’s avonds laat thuiskwam. Dan was hij in de kroeg geweest en dronken. Ik herinner me een hoop kabaal. Er viel van alles, alsof het huis in elkaar stortte. Soms was ik nog op en zag ik hoe het uit de hand liep.” In het boek Getekend, sporen van kindermishandeling, vertelt Jurgen open over hoe hij als kind werd mishandeld en het effect daarvan op zijn volwassen leven. Het is één van de manieren die hij toepast om te helen. Door open te zijn en zijn verhaal te delen. “Het moet eruit. En het mag er zijn. De angst en het verdriet. Dat vertel ik ook aan mijn cliënten. Laat het maar komen, laat het uit je lijf.”
Afwijzing erger dan de klap
Net als veel slachtoffers van kindermishandeling, accepteerde Jurgen de gewelddadige uitbarstingen van zijn vader. “Hoe vreemd het ook klinkt, voor mij was het normaal. Geweld was onderdeel van mijn leven. We kregen ook geen hulp. Wat mij het meeste pijn deed, was de afwijzing van mijn vader. Dat hij mijn zusje op schoot had. Hij was stomdronken, maar hij vertroetelde haar. Ik wilde die aandacht ook en wilde op zijn andere knie zitten. Toen ik dichterbij kwam sloeg hij me weg, zo hard dat mijn zusje begon te huilen. Zijn afwijzing vond ik erger dan de klap.”
Dat het geweld niet normaal was en dat hij als kind voortdurend in angst leefde, bleek toen Jurgen op zijn achttiende ging samenwonen. “Ik had een meisje leren kennen dat bij mij in de straat woonde, iemand met ook een moeilijke jeugd. Ze had last van angststoornissen en vond het fijn dat ik haar beschermde. Het liefst ging ze niet naar buiten. Ik vond het fijn dat ze van mij afhankelijk was. Dan zou ze niet weglopen. Dat was mijn grootste angst, door haar verlaten te worden. Ik dronk en gebruikte drugs. Daardoor begon ik op mijn vader te lijken. Ook ik werd gewelddadig. Als mijn vriendin paniekaanvallen kreeg en bibberend in een hoekje kroop, voelde ik me machteloos. Dan begon ik haar te slaan en te schoppen en aan de haren te trekken. Ik had er geen controle over. Ik zag het niet aankomen. Het ging zo snel. En dan was het gebeurd. Ja, dan had ik natuurlijk spijt.”
Woede is makkelijker dan angst
Het keerpunt kwam toen zijn vriendin hem op een dag verliet. “Voor mij was dat een absoluut dieptepunt. Ik moest echt de bodem van de put raken om me af te kunnen zetten naar boven. Ineens kwam alle angst eruit. Ik kwam in een angstpsychose. Ik durfde niet te leven en durfde ook niet dood te gaan. Dit gaf me twee inzichten: ik ben weer dat kleine bange jongetje. Dat jongetje is er nog steeds. En die angst, die heb ik al die tijd gemaskeerd met boosheid. Woede is makkelijker dan angst. En in die pure angst wist ik instinctief, dat ik het gevoel moest ervaren en toelaten om het uit mijn systeem te krijgen. Hierbij had ik één doel voor ogen: ik wilde kiezen voor het leven. Om voluit te leven en de negativiteit achter me te laten.”
Herstel is niet hetzelfde als genezen
In de periode dat het zo slecht ging met Jurgen heeft hij verschillende behandelingen gehad. “Voor mij werkte dat niet. Ik voelde me nóg meer een mislukkeling als ik in gesprek ging met gestudeerde psychologen. Maar praten hielp mij wel. Ik miste gewoon de connectie. En die is zo belangrijk wanneer je in gesprek gaat. Erkenning krijgen dat je niet alleen bent in je boosheid is enorm heilzaam. Nu help ik mensen die net als ik pleger zijn geworden van huiselijk geweld. Ik snap ze, ik ken hun gevoel en ik weet dat er achter het geweld een geschiedenis zit. Net als bij mij en net als bij mijn vader. Je kunt jouw aandeel als pleger van huiselijk geweld pas zien, als je kunt accepteren dat je zelf ook slachtoffer bent. Veel plegers zitten in een cirkel van generaties van geweld, die doorbroken moet worden. Er rust nog best wel een taboe op. Daarom vind ik het ook belangrijk om mijn verhaal te delen. In het boek en in het tv-programma Getekend – sporen van kindermishandeling. Om mensen een overstijgend beeld te geven van slachtoffers en plegers van huiselijk geweld. Natuurlijk, slachtoffers moeten beschermd worden, maar om te komen tot duurzame oplossingen, is ook het verhaal van de pleger cruciaal.”
Het gaat goed met Jurgen. Zijn werk geeft hem voldoening, zijn verleden lijkt achter hem. Toch wordt hij soms overvallen door angsten of herinneringen. “Het verschil is dat het nu te overzien is. Het speelt niet meer zo’n grote rol in mijn leven. Herstel is niet hetzelfde als genezen van geweld. Je raakt het nooit helemaal kwijt, maar je kunt er wel ermee leren leven.”