Hilda’s verhaal

Murphy’s law: wat er verkeerd kan gaan, gaat ook verkeerd. Hilda Schitfink-de Boer (64 jaar) kan erover meepraten. Een paar weken na haar rugoperatie kreeg ze onhoudbare pijn in haar buik. Wat volgde, was een reeks van fouten, miscommunicatie en een lijf dat steeds meer aftakelde “Ik had zo graag een excuus willen krijgen.”

“We willen door”

Hilda en haar man Ron wonen op een idyllische plek op Texel. Een fijn huis, een prachtige omgeving. “We hadden dit huis gekocht vlak voordat alles misging”, vertelt Ron. “We wilden lange wandelingen maken en genieten van de ontspannen sfeer van het eiland. En onze dochter woont hier ook met haar man en kind.” Van die lange wandelingen komt het niet. Hilda heeft er de energie niet voor. “De ene dag is de andere niet. Soms lig ik in bed en kom ik dagen niet buiten. En soms gaat het wel weer en kunnen we even er op uit. Maar het is altijd zuinig omgaan met de energie die er is.”

Pijn negeren

In september 2018 krijgt Hilda ernstige buikpijn. De buikpijn wordt erger wanneer ze een afspraak heeft met de neurochirurg, waar ze een controle afspraak had voor haar rug. Hij besluit direct de Spoedeisende Hulp in te schakelen. Er worden foto’s gemaakt van haar buik, maar tot hun grote verbazing wordt Hilda weer naar huis gestuurd met de mededeling dat ze wat iberogast kunnen kopen tegen de klachten. Hilda: “De pijn was er nog steeds, maar je vertrouwt er op dat ze in het ziekenhuis wel weten wat ze doen. Ik probeerde de pijn te negeren en heb zelfs ‘s avonds een wijntje gedronken met mijn dochter. ‘Er is toch niets aan de hand’, zei ik tegen haar.” In het calamiteitenonderzoek bleek later dat de foto’s toen nog niet beoordeeld waren en dat Hilda niet naar huis had mogen gaan.

Lang medisch traject

Twee dagen is de pijn onhoudbaar geworden. Hilda gaat voor alle zekerheid naar haar huisarts, die haar onmiddellijk naar de Spoedeisende Hulp stuurt. Na zijn beroerte rijdt Ron geen auto meer, dus Hilda rijdt zelf naar het ziekenhuis. Terug bij de Spoedeisende Hulp voelt ze, terwijl ze wacht, iets knappen in haar buik. Hilda: “Ik voelde mijn buik helemaal warm worden. Mijn darm was geknapt. Geen speldenprikje, maar een scheur zat er. De ontlasting liep mijn buikholte in en uit mijn lijf. Ik gilde het uit van de pijn.” Het duurde ruim vijf uur voordat Hilda geopereerd werd. Dit is het startsein voor een lang medisch traject waar Hilda in belandt. Een traject waarin bijna alles wat fout kan gaan, ook fout gaat. Na een lange tijd op de intensive care krijgt Hilda last van een post intensive care syndroom, waardoor ze moeite heeft met lopen en praten. Ze krijgt een stoma, maar de wond van haar buikoperatie geneest niet en ligt vlak naast de uitgang van de stoma. Ze krijgt een gevaarlijke schimmel en haar slokdarm is zo erg beschadigd, dat ze geen vast voedsel meer kan eten.

Spreekrecht

Ron: “Er zijn veel fouten gemaakt, dat is echt moeilijk te verkroppen. Als je slachtoffer bent van een misdaad, dan krijg je in de rechtbank spreekrecht. Dat is belangrijk, want je moet je zegje kunnen doen. Die kans kregen wij niet.” Wel kreeg Hilda een schadevergoeding uitbetaald die een beetje voelde als een excuus. Ook werd het echtpaar vanuit het ziekenhuis doorverwezen naar een casemanager van Fonds Slachtofferhulp. Hilda: “Voor ons was dat heel belangrijk, we stonden er niet meer alleen voor. Ze regelde allerlei praktische zaken voor ons en ze dacht met ons mee hoe we zo goed mogelijk ons leven weer konden oppakken. En ze is met Ron teruggegaan naar de Spoedeisende Hulp waar het in eerste instantie is misgegaan.”

Ron: “Dat was heel belangrijk voor mij. Ik had zo veel last van boosheid die ik niet kwijt kon. Toen het misging, toen de darm van Hilda knapte, hebben ze haar veel te lang laten liggen. Je niet serieus genomen voelen, is heel moeilijk om mee om te gaan.” De casemanager wist een gesprek te regelen met het hoofd van de Spoedeisende Hulp, wat veel van de woede bij Ron heeft weggehaald. Ron: “Ik ben blij dat ik dat gedaan heb. Je moet toch door hè en dan is het belangrijk dat je je gehoord voelt.” Hilda vult aan: “fouten kunnen niet ongedaan gemaakt worden. We leven nog en we willen door.”

Privé concert

Toch waren er ook mooie momenten in die moeilijke tijd in het ziekenhuis. Hilda: “Ik houd heel erg van muziek. Toen ik op de intensive care lag, heeft een verpleegkundige voor me gezongen. Ik kreeg een privé concert van hem. Zo mooi. Ook kwamen twee dames speciaal voor me zingen. En dat is het natuurlijk ook, er ging veel fout, maar niet iedereen is goed of fout. En daar probeer ik me aan vast te houden. Hopelijk kan ik binnenkort weer vast voedsel verdragen, zodat ik durf te eten met vrienden en familie. We gaan af en toe naar het strandhuisje van mijn dochter en we proberen op de goede dagen te genieten van de mooie omgeving waar we wonen. Zo maken we er wat van en proberen we wat er gebeurd is, achter ons te laten.”