Met de pilot casemanagement wil Fonds Slachtofferhulp gedupeerde ziekenhuispatiënten de steun geven die ze nodig hebben en tegelijkertijd onderzoeken of dit meerwaarde heeft. Ineke: “De problemen waar slachtoffers van een medisch incident mee te maken krijgen, zijn heel divers. Iedere situatie vraagt dan ook wat anders van ons. Daarom is een eerste huisbezoek ook zo intensief, we moeten goed boven water krijgen welke ondersteuning nodig is. De één heeft in eerste instantie vooral een luisterend oor nodig, een ander wil graag dat we het contact met het ziekenhuis ondersteunen of overnemen, of een WMO-aanvraag bij de gemeente regelen voor bijvoorbeeld aanpassingen aan huis.”
Grip op de situatie
“Als onafhankelijke casemanager bieden we hulp, maar we nemen niet alles zomaar over. De weg naar herstel is ook dat mensen zelf dingen (weer) gaan oppakken. Alleen zo krijgen ze weer grip op hun situatie. Patiënten weten dat we aan hun zijde staan. Dit kan zijn tijdens de gesprekken met behandelaren of tijdens iedere stap in de juridische procedure. En ja, daar hoort soms ook bij dat we het proces van de schadevergoeding moeten aanjagen. Zodat mensen er niet te lang op hoeven wachten. Op een gegevens moment willen ze er een punt erachter zetten en door met hun leven.”
Geen opzet
“Een belangrijk aandachtspunt is hoe mensen omgaan met hun boosheid. Het is van belang om iemand te doen inzien hoe iets is ontstaan en dat er geen opzet in het spel is. Erkenning en excuses van de zorgverlener blijken hierin steeds weer essentieel. Het maakt een wereld van verschil wanneer fouten eerlijk erkend worden En van onze kant moeten we ook emoties en verwachtingen stroomlijnen. Als een patiënt bijvoorbeeld een tuchtzaak wil aanspannen en we zien dat dat niet haalbaar is, dan moeten we daar ook open in zijn. Dat vraagt om fingerspitzen gefühl.”
Heftige zaken
“Over het algemeen zijn de zaken waar we mee te maken krijgen heftig. De gebeurtenissen zijn voor gedupeerde patiënten indringend en enorm ingrijpend in hun leven. Dat kaatst ook af op ons, als hulpverlener. En dat maakt dit werk soms intensief en zwaar. Zonder te verharden, moet je hier mee leren omgaan. Toch gebeurt het wel eens dat ik er een nacht niet goed van slaap.”