De nieuwe Aanwijzing vervangt de voorgaande Aanwijzing Slachtofferrechten. Dit beleidsdocument van het OM is al het ware een handleiding over hoe zij met slachtofferrechten dienen om te gaan. Er staat bijvoorbeeld in dat slachtoffers kosteloos gebruik mogen maken van een tolk, dat een ondervraging van een slachtoffer niet langer mag duren dan strikt noodzakelijk en dat een slachtoffer op de hoogte wordt gehouden van het verloop van de zaak. Allemaal belangrijke zaken waar jarenlang hard voor gestreden is. Toch zijn er een paar punten van grote zorg. We leggen ze punt voor punt uit.
Termijn terugsturen wensenformulier/schadevergoedingsformulier
Wanneer je slachtoffer bent van een misdrijf, heb je recht op het indienen van een schadevergoeding en kun je aangeven van welke rechten je nog meer gebruik wil maken. In de nieuwe Aanwijzing heeft het slachtoffer hier 14 dagen de tijd voor, na ontvangst van de brief van het OM. Wanneer het wensenformulier en het schadevergoedingsformulier niet binnen deze termijn worden ingevuld en teruggestuurd, gaat het openbaar ministerie ervan uit dat het slachtoffer er bewust voor kiest niet bij de zaak betrokken te zijn.
“14 dagen is veel te kort”
Marijke Brouwer-Poelgeest, programma-manager bij Fonds Slachtofferhulp: “14 dagen om alle schade na een misdrijf te inventariseren, is natuurlijk veel te kort. Denk je eens in dat je net slachtoffer bent geworden van een misdrijf en je moet binnen korte tijd kunnen aangeven wat jouw schade is en dit onderbouwen met bewijsstukken. Grote kans dat je hoofd er helemaal niet naar staat. Misschien ben je wel herstellende in het ziekenhuis, of heb je vakantie genomen om op adem te komen. De termijn van 14 dagen is voor veel slachtoffers een reden om af te haken. Maar dit betekent volgens de nieuwe Aanwijzing ook, dat je dan dus helemaal geen verdere informatie meer ontvangt over jouw zaak. Hiermee is de rol van het slachtoffer in het strafproces direct uitgespeeld.”
Kennisneming van processtukken
Als slachtoffer heb je recht om kennis te nemen van de processtukken van jouw zaak. Dit kan van belang zijn voor het uitoefenen van je rechten tijdens de strafzaak, maar ook voor het slachtoffer, maar ook voor de emotionele verwerking van wat er gebeurd is. Bovendien geeft het een gevoel van transparantie in het strafproces. Volgens de nieuwe aanwijzing kunnen slachtoffers beperkt worden in de toegang tot de processtukken, wanneer het OM bepaalt dat het belang van het slachtoffer niet opweegt tegen andere belangen.
“Dit is een reuzestap terug in de tijd”
Door de nieuwe Aanwijzing wordt het voor het OM veel makkelijker om processtukken niet met een slachtoffer te delen. Iets wat we ook veel zien in de praktijk. Zowel Slachtofferhulp Nederland, Stichting LANGZS als Fonds Slachtofferhulp hebben afzonderlijk hier al meerdere keren hard over aan de bel getrokken. De gedachte dat slachtoffers beperkt kunnen worden in kennisneming van processtukken, is een reuzenstap terug in de tijd en een verkeerde interpretatie van de wet. En, nog belangrijker, het is enorm schadelijk voor slachtoffers. Het gevoel dat informatie voor je wordt achtergehouden kan zelfs leiden tot secundaire victimisatie.”
Vertegenwoordiging tijdens voorbereidend onderzoek
Vanaf de eerste contacten met de politie heeft een slachtoffer recht om bijstand van iemand te krijgen. Bijvoorbeeld van een advocaat, een wettelijk vertegenwoordiger of een vertrouwd iemand. Zo iemand kan enorm helpen om ervoor te zorgen dat je als slachtoffer begrijpt wat er allemaal gebeurt en ook dat je zelf goed begrepen wordt. Ook kan degene die bijstand verleent, het slachtoffer vertegenwoordigen. In de nieuwe aanwijzing staat opgenomen dat tijdens het voorbereidend onderzoek het slachtoffer zich niet langer kan laten vertegenwoordigen door bijvoorbeeld een advocaat.
“Juist positieve ervaringen om slachtoffers vroeg bijstand te geven”
Marijke: “Vanuit verschillende pilots waarbij slachtofferadvocaten in een zo vroeg mogelijk stadium werden betrokken, hebben we enkel positieve reacties gekregen. Ook vanuit het OM. Dat advocaten en belangenbehartigers volgens de nieuwe aanwijzing aan de kant worden gezet tijdens het voorbereidend onderzoek is niet alleen onwenselijk, maar zelfs in strijd met onze wetgeving. Het is in het belang van slachtoffers dat de Aanwijzing ook op dit punt wordt aangepast.”