De straat op met onze wervers

Amber, Mick en Kris werken als straatwervers. Dat doen ze hoofdzakelijk voor Fonds Slachtofferhulp. En hoewel niet iedereen altijd op die ‘blauwe jasjes’ zit te wachten, doen zij het werk met veel plezier. Waarom? Wij vroegen het ze.

Roos Everdijk
Roos Eversdijk
Contentspecialist bij Fonds Slachtofferhulp

Gespecialiseerde hulp voor slachtoffers, lobbyen voor zwaardere straffen voor veelplegers in het verkeer, een platform om aandacht te vragen voor seksueel misbruik. Ons werk zou niet mogelijk zijn zonder de steun van onze donateurs. Maar die donateurs dienen zich niet zomaar aan. Want wie geen idee heeft wat wij doen, weet ook niet waar een donatie goed voor is. Daarom gaan wervers voor ons de straat op of langs de deuren. Zij vertellen mensen over het werk van Fonds Slachtofferhulp en waarom daar geld voor nodig is. Reden genoeg om eens met drie van hen in gesprek te gaan.

We ontmoeten het drietal op het Lange Voorhout. Een typisch Haagse locatie, die het goed doet op de camera. Onder de schaduw van de lindebomen maken we kennis met Amber (19), Mick (22) en Kris (18).

Amber werft nu bijna twee jaar voor Fonds Slachtofferhulp, Mick en Kris allebei zo’n tweeëneenhalf jaar. Als vestigingsmanager is Mick verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de vestiging Haarlem. Maar ook hij is nog af en toe op straat te vinden.

Hoe is het om op straat te werven en langs de deuren te gaan voor een goed doel?

Amber: “Als ze ons zien staan met die jasjes, hebben mensen daar al snel een idee bij.”

Mick: “Je staat natuurlijk op straat. Mensen hebben niet altijd zin om aangesproken te worden. Daarom proberen we het gesprek altijd op een zo leuk mogelijk manier te voeren. Mevrouw met de fiets, ik verkoop u niets! Een grapje of iets is altijd een goed begin.”

Kris: “Ik heb weleens gehad dat iemand zei: ‘Nee, ik doe niks aan de deur’. Maar als je dan toch een minuutje van iemands tijd krijgt – en je ze uitlegt waarom je daar staat – merk je dat mensen het wel echt belangrijk vinden.”

En hoe is het voor jullie om voor Fonds Slachtofferhulp te werken?

Kris: “Het is herkenbaar voor veel mensen. Bijna iedereen heeft zich wel eens onveilig gevoeld. Dat kan heel veel impact op iemand hebben. En dan is het fijn dat je weet dat het werk wat je doet, hulp kan verzorgen voor iemand anders.”

Amber: “Iedereen kent wel iemand in zijn omgeving die met slachtofferschap te maken heeft gehad. Dat is niet per se leuk, maar het maakt het wel herkenbaar voor mensen en daardoor makkelijker om het belang van Fonds Slachtofferhulp over te brengen.”

Mick: “Waar ik in het begin wel een beetje van schrok, is het thema seksueel geweld. Je weet dat het gebeurd, maar wanneer je je erin verdiept en mensen spreekt die er zelf mee te maken hebben gehad – of er middenin zitten – zie je toch wel echt waar je het voor doet.”

Welke reacties krijgen jullie?

Mick: “Sommige mensen hebben heel veel persoonlijke affectie omdat ze zelf iets meemaken of meegemaakt hebben. Ik denk dat we vrijwel elke dag wel iemand spreken die persoonlijk betrokken is bij slachtofferschap. Andere mensen weten überhaupt niet dat het veel speelt in Nederland. We proberen altijd zo duidelijk mogelijk uit te leggen waar we voor staan. Dan merk je dat mensen al gauw begrijpen wat het probleem is en welke hulp er nodig is.”

Kris: “Veel mensen reageren ook wel met ‘Ooh wat goed dat jullie dit werk doen.’”

Wat is je bijgebleven tijdens je werkzaamheden?

Amber: “Een tijd geleden liepen we voor het thema huiselijk geweld. Ik stond toen voor de deur bij een vrouw die een ontzettend heftig geweldsdelict heeft meegemaakt. Dat was ook zichtbaar en zij voelde daardoor ook een connectie met het doel van Fonds Slachtofferhulp. Dat is toch wel heel heftig om dat van een donateur zelf te horen. Het raakte mij heel erg. Wij horen op kantoor natuurlijk wel wat we allemaal verrichten, waar we het voor doen. Maar op die dag realiseerde ik me: het gebeurt gewoon echt en dit kan het met iemand doen. Hier doe ik het dus voor. Dat was voor mij een motivatie om voor Fonds Slachtofferhulp te blijven werven.”

Wanneer is jullie dag geslaagd?

Amber: “Wanneer ik een geslaagde dag heb gehad, is toch wel wanneer ik uiteindelijk een gesprek met iemand heb gehad en diegene is aan het einde ook blij dat hij of zij gedoneerd heeft. Omdat diegene weet waar hij het voor doet. Dat geeft mij ook een voldaan gevoel. Of wanneer je mensen spreekt die zelf een vervelende ervaring hebben gehad en dus baat hebben gehad bij het werk van Fonds Slachtofferhulp.”

Mick: “Het liefst willen we natuurlijk zo veel donateurs binnenhalen. Maar soms heb ik bijvoorbeeld een gesprek met een donateur en die staat echt 110 procent achter wat wij doen en wat Fonds Slachtofferhulp doet. Dat geeft het meeste voldoening.”

Kris: “Ja, daar sluit ik me bij aan. Wanneer je mensen een stukje besef kan meegeven van wat zich afspeelt achter een gesloten voordeur – en dat zij daar ook zelf iets aan kunnen doen. Dan is het voor mij een geslaagde dag.”

Jullie zijn onze oren en ogen in de maatschappij. Merken jullie dat er bepaalde thema’s veel spelen?

Mick: “Tijdens de eerste lockdown ging het veel over huiselijk geweld. En nu na de gebeurtenissen rondom The Voice, merk je dat er meer aandacht is voor seksueel geweld.”

Kris: “Vooral geweld, dat hoor je veel. Ook wel verhalen over mensen die in het verkeer iets is overkomen. En daardoor een beperking hebben gekregen.”

Voor welke thema’s moet volgens jullie meer aandacht komen?

Mick: “Online seksueel geweld. Wanneer er bijvoorbeeld naaktfoto’s van je worden verspreid is het heel lastig om daar hulp voor te zoeken en hulp voor te krijgen. Ik weet dat daar ook aan gewerkt wordt, maar het is natuurlijk een heel lastig onderwerp. En het is denk ik moeilijk om daar meer aan te doen, maar het zou wel moeten. Het gebeurt veel meer dan wij denken. En ik denk dat we daar veel meer mensen mee moeten en kunnen helpen.”

Kris: “Ik denk dat er ook nog wel ruimte voor verbetering is in het stuk toegankelijkheid. Voor veel mensen is het een behoorlijke stap om hulp te vragen. En ze vragen zich af: word ik dan wel serieus genomen? Dat kan altijd beter, door middel van bijvoorbeeld voorlichting. En door mensen te laten weten waar ze terecht kunnen. Dat geldt niet alleen voor jongere mensen, maar voor alle bevolkingsgroepen.”