Kunnen jullie vertellen waarom jullie voor dit onderwerp gekozen hebben?
Shirley: “Warmond, Oegstgeest, Leiden, Leiderdorp’’. Dat is de route naar mijn vaders werk die we samen opsomden wanneer ik, als kind weer een dagje mee mocht. Nooit met de gedachte dat we Oegstgeest of Leiden misschien niet zouden bereiken. Dit terwijl die kans wel bestond en ook nu nog bestaat. Het opsommen van plaatsnamen bij alledaagse routes is iets dat ik nog wel eens (onbewust) doe. Voor mij is het een fijne jeugdherinnering, hoewel dit ook een traumatische herinnering had kunnen zijn, als er sprake was geweest van slachtofferschap na een verkeersongeval.”
Celine: “App even als jullie weer thuis zijn.’ Het is één van de dingen die mijn ouders altijd zeggen, vlak voor mijn vriend en ik de ruim twee uur durende autorit afleggen van mijn ouderlijk huis naar ons appartement aan de andere kant van Nederland. Sinds mijn familie zelf van dichtbij de gevolgen van een ernstig verkeersongeval heeft meegemaakt, zijn we allemaal wat voorzichtiger geworden. We weten als geen ander dat enkele noodlottige seconden in het verkeer enorme gevolgen kunnen hebben.”
Over welke cijfers hebben we het?
“In Nederland zijn jaarlijks meer dan 430.000 personen betrokken bij een verkeersongeval. Daarnaast overlijden er gemiddeld 600 personen per jaar als gevolg van een ernstig verkeersongeval. Toch bewegen zich dagelijks miljoenen mensen door het verkeer. Lopend, met de fiets, op de scooter, in de bus of met de auto. Daardoor denken we dat, in verhouding tot de cijfers, de kans klein is om slachtoffer te worden van een verkeersongeval of -delict. Dit betekent niet dat we het verkeer niet zo veilig mogelijk moeten inrichten. Als je nadenkt over de betrokkenheid bij een verkeersongeval of -delict, is er altijd wel iets waar je aan denkt of iets dat je je herinnert, ook als je getuige was of de gevolgen niet groot waren. Zoals onze eigen ervaringen laten zien, is deelnemen aan het verkeer een belangrijk onderdeel van het dagelijks leven.”
We wanen ons dus veilig?
“Uit de reactie van de maatschappij op (nieuws over) verkeersongevallen – of eigenlijk het uitblijven daarvan – een algemene acceptatie te bestaan voor verkeersonveiligheid. Dit terwijl een verkeersongeval in enkele seconden de levens van alle betrokkenen volledig op zijn kop zet. Tot nu toe is er weinig onderzoek uitgevoerd naar deze specifieke doelgroep, terwijl de cijfers aantonen dat het een grote groep mensen is.”
Wat was de insteek van jullie onderzoek?
“Voor onze afstudeerscripties voor de master Forensische Criminologie aan de Universiteit Leiden hebben we met ondersteuning van Fonds Slachtofferhulp, daarom wél onderzoek gedaan naar deze doelgroep. Daarbij hebben we ons gefocust op ervaringen en behoeften van (nabestaanden van) verkeersslachtoffers. Door middel van interviews zijn verschillende procedures besproken waar deze doelgroep mee te maken krijgt nadat een verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waaronder het letselschadetraject en het strafproces.”
Wat was een belangrijke conclusie?
“Uit beide onderzoeken kwam naar voren dat de ervaringen en behoeften per persoon heel verschillend zijn. De conclusie is daarom kort samen te vatten: nabestaanden hebben behoefte aan maatwerk. De vraag is hoe en of je maatwerk kan bieden. Een mogelijke oplossing is het instellen van een casemanager. Die is iemand die met (de nabestaande van) het verkeersslachtoffer meekijkt bij alle procedures die ‘opduiken’ als gevolg van het slachtofferschap. Voor het strafproces lijkt hier een rol weggelegd voor de slachtofferadvocaat. Daarnaast kunnen de GGZ, rouwspecialisten en psychologen een belangrijke rol spelen in het behandelen van de psychosociale problemen die als gevolg van een verkeersongeval ontstaan.”
Is er meer onderzoek nodig?
“De uitgevoerde onderzoeken kan Fonds Slachtofferhulp gebruiken als basis voor vervolgonderzoek. Meer onderzoek is nodig om de nasleep van een verkeersongeval of -delict voor de betrokkenen dragelijker te maken en om deze doelgroep beter te kunnen helpen in deze moeilijke periode. Een verkeersongeval kan namelijk in een paar seconden gebeurd zijn, maar de nasleep ervan duurt nog jaren.”
Wat doet Fonds Slachtofferhulp met de uitkomsten?
Marijke Brouwer-Poelgeest, juridisch beleidsmedewerker van Fonds Slachtofferhulp:“Het Fonds Slachtofferhulp begeleidt sinds een paar jaar afstudeerstudenten bij het schrijven van hun scriptie. Het afgelopen jaar hebben wij Celine en Shirley begeleid bij hun onderzoek om de behoeften van verkeersslachtoffers en nabestaanden in kaart te brengen. Shirley richtte zich op slachtoffers die een strafproces hebben meegemaakt en Celine richtte zich op de groep slachtoffers en nabestaanden waarbij geen sprake was van een strafzaak. Gezien de beperkte tijd die Celine en Shirley hadden voor het doen van hun onderzoek -slechts enkele maanden- waren wij ons bewust van het feit dat dit enkel een verkennend onderzoek zou zijn. Toch zijn de uitkomsten voor ons heel waardevol. We zijn van plan nog dit jaar een opdracht te geven aan een onderzoeksbureau om de behoeften van verkeersslachtoffers gedurende langere tijd in kaart te brengen. De onderzoeken van Shirley en Celine nemen we hierin mee”