Het begin van de #metoo-beweging in 2017 is het meest sprekende voorbeeld van online delen van ervaringen met seksueel geweld, ook wel online disclosure genoemd. Het internet biedt slachtoffers van seksueel geweld nieuwe manieren om hun ervaringen te delen en om steun of lotgenotencontact te vinden. Online kunnen slachtoffers, eventueel anoniem, hun verhaal delen met een groot publiek van zowel bekende als onbekende lezers. Internetgebruikers zijn daarbij bovendien onzichtbaar voor elkaar: jij ziet de ander niet, de ander ziet jou niet.
Online disclosure geen tijdelijke gril
In 2020 publiceerde onze onderzoekspartner het NSCR het rapport Viral Justice & E-shaming – een onderzoek naar het zogenoemde online disclosure. Het onderzoek van Marleen Gorissen, ook mede mogelijk gemaakt door Fonds Slachtofferhulp, gaat hier dieper op in. In haar proefschrift ‘Unraveling the threads of a digital cloth. A study into online disclosure of sexual violence victimization’ blijkt onder andere dat online disclosure een veelzijdig fenomeen is dat naar verwachting niet zal verdwijnen.
Anonimiteit minder belangrijk dan gedacht
Uit het onderzoek blijkt ook dat anonimiteit een minder belangrijke rol speelt bij online disclosure dan gedacht. Anonimiteit is niet voor ieder slachtoffer en in iedere fase essentieel. Bovendien kan anonimiteit online soms juist drempels opwerpen doordat het publiek dat meeleest ook anoniem en onzichtbaar is.
Het online delen is niet alleen voor de deler zelf een instrument voor verwerking en herstel. Ook voor andere slachtoffers helpt het om verhalen van anderen te lezen. Een mooi voorbeeld is ons platform WTFFF?! dat op een krachtige manier laat zien: je bent als slachtoffer niet alleen. Ook kan online disclosure kansen bieden voor lotgenoten om elkaar op te zoeken.
Proefschrift biedt kennis voor ondersteuning van slachtoffers
Met kennis over de online verhalen en behoeften van slachtoffers kunnen hulpverleningsorganisaties ondersteuning bieden aan individuen die anders mogelijk onder de radar zouden blijven. Zo kan het internet gebruikt worden om slachtoffers een helpende hand te bieden en daarmee de stap van online naar offline hulp makkelijker maken. Bovendien kunnen hulpverleners slachtoffers ondersteunen door hen te wijzen op online disclosures van lotgenoten, ze op de hoogte te brengen van beschikbare online opties en door hen te helpen bij het maken van een verhaal over de ervaring.
Online disclosures kunnen ook nuttig zijn voor hulpverleners zelf en familieleden of naasten van slachtoffers van seksueel geweld, aangezien het realistische representaties vormen van wat slachtoffers doormaken en nodig hebben. Beter begrip van dit slachtofferschap kan hen helpen om het slachtoffer beter te ondersteunen.