Wat is wel en niet geoorloofd als slachtoffers in de media komen? Dit was de centrale vraag tijdens de inspirerende dialoogavond die we samen met Hogeschool Utrecht organiseerden op 28 november in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam.
Sinds 2019 onderzoekt Fonds Slachtofferhulp samen met Hogeschool Utrecht de impact van berichtgeving op slachtoffers en hun naasten. Ook spreken we regelmatig met nieuwsredacties en mediaprofessionals door het hele land over wat er goed gaat en wat beter kan als slachtoffers in de media komen.
Om hier meer over te leren organiseerden we op 28 november in Pakhuis de Zwijger een inspirerende dialoogavond. Het was mooi om te zien hoe open slachtoffers, naasten, nieuwsconsumenten en mediaprofessionals met elkaar in gesprek raakten. Er werd volop gepraat én geluisterd. Gespreksleider Frénk van der Linden liet hen aan de hand van waargebeurde casussen aan het woord over wat wel en niet gewenst en geoorloofd is. Ook werden concrete handreikingen gedaan voor goed omgaan met slachtoffers én de media.
De impact van berichtgeving
Fond Slachtofferhulp werkt nauw samen met Jos de Keijser, klinisch psycholoog en trauma-deskundige, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen. In 2020 startten we een onderzoek naar de invloed van de rechtszaak op het rouwproces van de nabestaanden van de MH17-ramp. Hij nam ook deel aan het gesprek en vertelde over de impact van berichtgeving op slachtoffers en het verwerken van een ingrijpende gebeurtenis zoals een (verkeers)ongeval, of misdrijf. Volgens De Keijser is de secundaire schade voor slachtoffers en hun naasten groter bij ‘lompe verslaglegging’: “Wees daarom zorgvuldig met het publiceren van persoonlijke details. Het is belangrijk dat je als journalist geloofwaardig bent. Kijk ook goed naar de benaming; kies je voor het woord ongeluk, of misdrijf. Dit maakt een wereld van verschil voor naasten. Blur zoveel mogelijk details waaruit de identiteit van het slachtoffer herleid kan worden. En vraag toestemming aan de familie en/of informeer hen voordat het bericht gepubliceerd wordt.”
Vertrouwen in de journalistiek
Pieter Paul Verheggen van Onderzoeksbureau Motivaction presenteerde de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek ‘Vertrouwen in de journalistiek’, dat zij deden in opdracht van Fonds Slachtofferhulp. “Het blijkt dat mensen met weinig vertrouwen in het nieuws vinden dat de privacy van slachtoffers beter beschermd moet worden. Opvallend is dat jongeren dat juist weer niet vinden. Verder vinden de meeste Nederlanders dat herleidbare persoons- of bedrijfsgegevens niet in beeld mogen komen.”
Esther Wemmers, Hoofdredacteur van De Telegraaf geeft aan dat de praktijk weerbarstig is en dat het goed omgaan met slachtoffers en naasten work in progress is. “Het is essentieel om eerst stil te staan bij wat je uit het contact met hen wilt halen. Bovendien denk ik dat goede nazorg ook nog een punt van aandacht is.”
Voor Frits van Exter, Journalist en voorzitter Raad voor de Journalistiek is het belangrijk dat mediaprofessionals regelmatig aan intervisie doen waarna de geleerde lessen uit de ‘lastige gevallen’ weer in de praktijk toegepast zouden moeten worden.
Wat Corine de Vries, Hoofdredacteur van een aantal grote regionale dagbladen, benadrukt is dat journalisten ook als mensen gezien moeten worden. “Zij geven het nieuws een gezicht en hebben ook gevoel en een beleving bij wat ze meemaken.”
Terug- en vooruitblik
Ineke Sybesma, directeur van het Fonds Slachtofferhulp: “We kijken terug op een geslaagde dialoogavond waarin onze doelen ruimschoots behaald zijn. Bekijk het video-verslag van filmmaker Bart Nelissen en ervaar wat wijsheid is in de bescherming van slachtoffers als zij in de media komen.”
Hoe verder? Wij blijven ons met platform ‘Slachtoffers in de media’ inzetten voor de rechten en privacy van slachtoffers in de media. Laten we voor al met hen praten, in plaats van over hen.