Stijn en Legien hebben samen een lange, moeilijke weg afgelegd. Toen Legien 16 was, werd zij seksueel misbruikt door een man die zij vertrouwde. Schaamte en schuldgevoelens hielden haar lange tijd in de greep. Pas op 36-jarige leeftijd, na 12 jaar huwelijk met Stijn, kon zij haar trauma onder ogen komen. Vanaf het moment dat ze hier open over sprak met Stijn, maar ook nadat ze haar trauma niet langer wegdrukte, kwam haar helingsproces in een stroomversnelling. Stijn en Legien gingen het proces van helen van seksueel misbruik samen aan. Met hun project Samen Helen onderzoeken zij wat er nodig is om als partners te kunnen helen van seksueel misbruik. ‘’In alle gesprekken die we voeren met lotgenoten komen we erachter dat helen van seksueel geweld een proces is, dat je samen doet. Je raakt elkaar kwijt als je hierin niet samen optrekt.’’
Implosie
Legien vertelt hoe het seksueel misbruik in haar jeugd onbewust steeds meer invloed op haar leven had: ‘’Ik heb mijn ervaring met seksueel misbruik twaalf jaar lang niet met Stijn gedeeld. Ik was heel goed in het negeren en het wegdrukken van die gedachten, maar vond dit gaandeweg de relatie steeds moeilijker. Ik bleef ook denken: ‘als ik het nog langer wegdruk, dan is het er misschien ineens niet meer’. Op een gegeven moment kon ik het niet meer wegdrukken en leek ik te imploderen: ik ging steeds meer naar binnen, werd steeds introverter en had weinig energie. De symptomen leken op een depressie, die ik zelf niet herkende. Het was een glijdende schaal. De impact die dit had, op onze relatie, op onze intimiteit en op ons gezinsleven, zag ik pas toen ik eruit begon te krabbelen. Pas na het delen kreeg ik weer ruimte om geluk te voelen: alles ging weer makkelijker, in mijn dagelijks leven en tussen ons.’’
Stijn: ‘’Op het moment dat Legien mij erover vertelde, was het alsof er een soort deken van ons af werd getrokken. Al die tijd voelden het alsof alle emoties bedekt waren. Het was onuitgesproken en onduidelijk. Ik zocht het bij mezelf. Seksueel geweld maakt dat je bevriest, wanneer het gebeurt, maar ook daarna. Alsof je vastloopt in een blok ijs en daarin gevangen blijft. Doordat Legien het met mij deelde zag ik Legien weer en voelde ik me ook weer gezien.’’
Dat wat je niet uitspreekt…
Legien vertelt waarom ze in haar huwelijk lange tijd niet over het misbruik kon praten: ‘’Ik vond het te groot, te eng, te moeilijk om het te delen. Omdat het daarmee ook zou bevestigen dat het onze relatie en onze intimiteit beïnvloedde. Dat wilde ik niet. Toen ik het met een vriendin deelde, was dat de eerste stap om los te komen van de schuld en de schaamte. Dat was heel belangrijk, omdat ik toen hulp ben gaan zoeken. Ik ben in therapie gegaan en daar kwam de vraag terug: ‘wanneer en hoe wil je dit delen met je partner?’. Ik wilde het zelf oplossen zonder Stijn hierbij te betrekken. Ik wilde het buiten ons huwelijk houden. Hem er niet mee belasten. Maar dat bleek niet zo te werken: dat wat je niet uitspreekt, neemt nog steeds een plek in.’’
Stijn reageert hierop: ‘’Het alleen op willen lossen, dat voelt een beetje alsof je samen een huis aan het bouwen bent en denkt het werkt niet helemaal, dus ik breek een paar muren door en ik bouw een paar andere muren. Zonder het je partner te vertellen. In alle gesprekken die we voeren met lotgenoten komen we erachter dat helen van seksueel geweld, een proces is dat je samen doet. Het is ook een kans om te groeien en die moet je aanpakken. Hoe moeilijk en pijnlijk dat ook is.’’
Traumaverwerking als partners
Het moment dat Legien over haar trauma vertelde, was het moment dat zij beiden wisten dat ze hier ook andere stellen mee wilden helpen. Stijn vertelt hierover: ‘’Een jaar voordat Legien het vertelde, liepen we vast in onze relatie. Toen we over het misbruik hadden gesproken, viel de uitzichtloosheid weg. We wisten dat we iets konden doen, samen. Dat voelde zo fijn dat we meteen uitspraken dat we ook anderen hiermee wilden helpen.’’
Ook Legien vertelt over wat het kan betekenen om het grillige proces van traumaverwerking samen aan te gaan: ‘’Het is ontzettend moeilijk. Het is onvoorspelbaar en kent veel verschillende fasen. Iedere fase moet je samen, als partners, een plek geven. Het huis en de fundering waar je aan gewerkt hebt, dat steekt ineens anders in elkaar. Het is zoeken naar een balans tussen veiligheid, verbondenheid en elkaar de ruimte geven. Het is belangrijk om allebei te beseffen wat je nodig hebt. Om kaders te kunnen scheppen voor elkaar en elkaar halverwege te ontmoeten.’’
Stijn: ‘’Als partner is het zoeken: welke plek mag ik innemen? Wanneer mag ik voor mezelf opkomen? Wanneer moet ik er voor de ander zijn? Je wil er helemaal voor de ander zijn, maar je moet ook grenzen stellen. Anders loop je jezelf voorbij. Je moet een veilige omgeving creëren waarin alles er mag zijn. Dat is ongelooflijk belangrijk.’’