De verborgen beeldvorming van verkeersgeweld

Busje ramt auto. File na ongeluk. Het zijn bekende krantenkoppen. Maar de vraag is: en de mensen dan? Waar zijn de mensen in de berichtgeving gebleven? Eva Kwakman, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, werkt aan het platform Roaddanger en onderzoekt hoe verkeersslachtoffers zelf hun ongevallen schetsen in tegenstelling tot de berichtgeving.

Gepubliceerd op

Ieder jaar neemt het aantal verkeersslachtoffers toe. Ook het aantal mensen dat de gevolgen hiervan voelt, groeit.. Terwijl het menselijk leed rondom verkeersslachtoffers groot is, is de berichtgeving over verkeersslachtoffers vaak afstandelijk. Die afstandelijke berichtgeving en het gebrek aan gevoeligheid raakt betrokkenen enorm. Want het menselijk leed rondom verkeersslachtoffers is groot. Het is tijd dat het gesprek op gang komt. Daarom steunt Fonds Slachtofferhulp Roaddanger, een digitale omgeving waar burgers lokale berichtgeving rondom verkeersongevallen verzamelen. Het doel van dit initiatief van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet? Meer inzicht krijgen in hoe Nederlandse media schrijven over verkeersongelukken. Hierbij gaat het niet alleen om de frequentie van de berichtgeving, maar ook om de mensen die worden benoemd of weggelaten.

Oorzaken, gevolgen en oplossingen

Eva Kwakman, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, onderzoekt hoe verkeersslachtoffers aankijken tegen nieuwsberichten over verkeersongevallen. In haar blog neemt Eva je mee in wetenschappelijk onderzoek over de oorzaken, de gevolgen en mogelijke oplossingen. Lees je mee?

De verbogen beeldvorming van verkeersgeweld

684 mensenlevens zijn weggenomen door verkeersongevallen in 2023. Hierbij tellen niet alleen de directe slachtoffers mee. Ook nabestaanden en hulpverleners worden geraakt. Uit nieuwsberichten over verkeersongevallen is de menselijke maat helaas vaak verdwenen. Net als de structurele oorzaken van verkeersongevallen als maatschappelijk probleem. Hierdoor is niet duidelijk hoe urgent het probleem is en wat we daar het beste aan kunnen doen. Dat aan de berichtgeving iets moet veranderen is duidelijk. Maar wat precies moet veranderen blijkt nog niet zo’n eenvoudige vraag.

Tekortkomingen in de verslaggeving over verkeersongevallen

In de meeste nieuwsberichten lijken verkeersongevallen zo normaal geworden dat het menselijk leed nauwelijks nog wordt beschreven. Ook wordt er vaak geschreven over voertuigen in plaats van mensen (‘busje ramt auto’) en over een ‘ongeluk’ in plaats van een probleem waaraan we als maatschappij iets kunnen doen.

Door deze beeldvorming zien we de menselijke gevolgen niet en dus ook niet de urgentie om verkeersongevallen te voorkomen. Ook komt het grootste gevaar dat aangepakt moet worden om tot minder slachtoffers te komen niet boven water: de dominante aanwezigheid van gemotoriseerde voertuigen. Met hun snelheid en gewicht vergroten die sterk de kans op ongevallen. Bovendien hebben gemotoriseerde voertuigen een veel grotere fysieke impact dan fietsers of voetgangers. Sinds auto’s een eeuw geleden in het straatbeeld verschenen, zijn ze wereldwijd de norm geworden. Veel steden en regio’s zijn in die tijd volledig heringericht rondom mobiliteit en de auto. Terwijl straten ooit een ruimte waren voor mensen om elkaar te ontmoeten en handel te drijven. En voor kinderen om te spelen. Vandaag de dag is er een wijdverbreid ‘systeem’ van automobiliteit.

Wat moet er veranderen in de berichtgeving over verkeersongevallen?

Om als maatschappij meer bewust te zijn over urgentie, menselijke gevolgen en systemische oorzaken is het nodig de berichtgeving over verkeersongevallen anders weer te geven. Uit wetenschappelijk onderzoek is namelijk bekend dat verslaggeving de publieke perceptie én steun voor politiek beleid van lezers beïnvloedt.

Zo stellen onderzoekers Tara Goddard van de Texas A&M Universiteit en Kelcie Ralph van de Staatsuniversiteit van New Jersey met hun teams de termen ‘crash’ of ‘botsing’ voor in plaats van ‘ongeluk’. Een andere variant is ‘systemisch verkeersgeweld’, van Marco te Brömmelstroet van de Universiteit van Amsterdam. Het doel is om weer te geven dat verkeersongevallen niet ‘per ongeluk’ gebeuren. Maar een gevolg zijn van het systeem.

Daarnaast zijn Goddard en Ralph voorstanders van praten over mensen in plaats van voertuigen. Dus ‘automobilist’ in plaats van ‘auto’. Ook adviseren zij om de automobilist als onderwerp van een actieve zin te gebruiken: ‘Automobilist rijdt fietser aan’. Door het anders te benoemen, komt de boodschap bij lezers ook anders over. Bij aanrijdingen van voetgangers leggen lezers dan de schuld bij de automobilist. Het team van Goddard en Ralph vindt dit beter dan dat de voetganger de schuld krijgt, zoals nu nog vaak gebeurt (victim blaming). De voetganger vormt immers een minimaal gevaar voor anderen, in tegenstelling tot de auto.

Deze eenvoudige veranderingen in taalgebruik hebben het voordeel dat ze makkelijk toepasbaar zijn voor journalisten en daarom snel tot een andere framing kunnen leiden. Het nadeel is dat het de verstrekkende menselijke gevolgen van verkeersongevallen nog niet dekt. Bovendien gaat de toegewezen schuld naar de individuele automobilist en niet naar het systeem. Als we dit nieuwe taalgebruik op alle berichten over ongevallen toepassen, worden sommige automobilisten die geen veroorzaker waren, toch geconfronteerd met een publieke perceptie dat zij de schuldige zijn. Dit wordt al helemaal wrang wanneer het tegelijkertijd gaat om een bestuurder van openbaar vervoer, die niet uit eigen belang in een gemotoriseerd voertuig is gestapt, maar om een publieke functie uit te oefenen.

Voor deze problemen worden dan ook wat complexere aanbevelingen gedaan. Zo vindt Goddard dat ongevallen waarbij geen overtredingen zijn begaan, in nieuwsberichten beschreven moeten worden als een gevolg van het systeem. Ralph spoort journalisten aan om experts om duiding te vragen: planologen, verkeerskundigen en sociale bewegingen voor verkeersveiligheid. Het team van Julie Bond van de Universiteit van South Florida benadrukt het belang om juist de menselijke gevolgen te beschrijven. Nieuwsberichten moeten laten zien wat verkeersslachtoffers betekenden voor de mensen die zij achterlaten. Op die manier zien lezers een ‘ooit levend, ademend mens’ voor zich, ‘net als zij’.

Tijd voor duiding en betrokkenheid slachtoffers verkeersongevallen

Deze complexere aanbevelingen laten zien dat er niet één eenvoudig, kant-en-klaar concept is dat je bij elk nieuwsbericht kunt toepassen. Zelfs als journalisten de aanbevelingen opvolgen, blijft een moreel probleem over: wat doe je met de kop als directe oorzaken en verantwoordelijkheden nog niet bekend zijn? ‘Automobilist rijdt fietser aan’ leidt tot voorbarige toewijzing van schuld aan de automobilist. Maar bij ‘Fietser botst tegen auto’ lijkt de verantwoordelijkheid weer bij de fietser te liggen, terwijl die in principe veel minder gevaarlijk is. En ‘Auto en fiets botsen’ creëert een beeld van twee gelijke partijen, terwijl de auto zwaarder en sneller is. En wat als er bij een botsing vijf auto’s zijn betrokken?

Het beste antwoord op dit morele probleem is misschien om pas artikelen te publiceren wanneer het politieonderzoek is afgerond. Die extra tijd zouden journalisten moeten gebruiken om de systemische oorzaken te benoemen die individuele schuld overstijgen. Of een bestuurder van een gemotoriseerd voertuig wel of niet een overtreding heeft begaan, neemt niet weg dat de maatschappelijke norm van automobiliteit simpelweg de kans vergroot om een ander (per ongeluk) te verwonden of te doden. Daarnaast zouden journalisten de extra tijd kunnen gebruiken om met slachtoffers en nabestaanden te praten over de berichtgeving. Framing kan namelijk op gespannen voet staan met de verschillende perspectieven van verkeersslachtoffers zelf. Tenslotte is betrokkenheid bij publicatie heel belangrijk voor slachtoffers in het algemeen die te maken krijgen met berichtgeving, blijkt uit onderzoek van het platform ‘Slachtoffers in de media’.

Roaddanger.org

Op 10 april wordt het online platform Roaddanger.org gelanceerd. Met het doel om de framing van ongevallen in de Nederlandse media vast te leggen en het gesprek op gang te krijgen, zodat we die niet meer voor lief nemen. Roaddanger is een initiatief van Marco te Brömmelstroet, Thalia Verkade en Jan Derk Stegeman en wordt verder ontwikkeld door mijzelf, Eva Kwakman, met steun van Fonds Slachtofferhulp. Jorris Verboon heeft het design ontwikkeld.

Op Roaddanger kan iedereen nieuwsberichten over verkeersongevallen toevoegen om zo data te verzamelen over hoe er wordt geframed. Nu en door de tijd heen. De focus is op de meest simpele kenmerken van framing: of de kop alle betrokken partijen benoemt, of over mensen of voertuigen wordt gesproken en of in het onderwerp van de zin de mens centraal staat. Hiermee kunnen we een indruk geven van trends die afgebakend en eenduidig genoeg zijn voor de vragenlijsten van het onderzoek en de uitkomstgrafiek. Maar het is slechts het topje van de ijsberg. En niet bedoeld om één juist frame te verdedigen, maar om journalisten bewuster te laten reflecteren op de algemene framing van verkeersongevallen. Reflectie is nodig over enerzijds het blootleggen van oorzaken en gevolgen en anderzijds de belangen en gevoelens van betrokkenen, slachtoffers en nabestaanden. Die zijn soms in overeenstemming en soms in tegenspraak. Zij vormen een ethisch dilemma waarbij journalisten actief moeten nadenken over de juiste wijze.