Julia maakt documentaires en schrijft boeken over maatschappelijke thema’s die vaak onderbelicht blijven. Ze leerde Lies kennen tijdens een boekinterview over mensen met suïcidale gedachten. De twee klikten en Lies besloot om Julia te benaderen voor een andere kant van haar verhaal: hoe de trauma’s van haar misbruikverleden steeds opnieuw getriggerd of zelfs aangevuld worden door haar omgeving. Soms door opmerkingen of handelingen. Maar zeker ook door het zwijgen en wegkijken.
Waarom moest dit boek er komen?
“Ontzettend veel mensen dragen elke dag littekens met zich mee. Misbruik, mishandeling en verwaarlozing zijn heftige gebeurtenissen die je aantasten in je ‘zijn’ en je gevoel van veiligheid zal altijd een issue zijn. Dit gaat nooit meer weg. Een opmerking, een aanraking of een gebeurtenis, maar zeker ook het zwijgen en ongemak in onze samenleving zorgen voor nieuw trauma, laag op laag. Lies wist heel mooi en concreet te vertellen wat dit betekent in haar dagelijkse leven. Ze liep al langer met het gevoel rond dat ze zeker niet de enige is die dit zo ervaart en dat er maatschappij-breed meer bewustzijn moet komen. Want zolang trauma’s onzichtbaar blijven, kunnen ze blijven stapelen. Een jaar lang heb ik intensieve gesprekken met haar gevoerd. En elk gesprek bevestigde weer: we hebben allemaal een taak om te komen tot een traumasensitieve samenleving, waarmee de stapeling van trauma stopt.”
Kun je een voorbeeld geven waar het, weliswaar onbedoeld, misgaat?
“Dat gevoel van onveiligheid kan overal opduiken. In het contact met familie, vrienden, collega’s, de huisarts, de ambtenaar aan het gemeenteloket of de politie. Lies vertelde dat het soms in iets heel kleins kan zitten. Een opmerking over haar uiterlijk. Een hand op haar schouder. Of een onderzoek door de huisarts. Je hartslag gaat omhoog en je lichaam geeft aan: niet veilig! Wanneer bekend wordt dat iemand een traumatische ervaring heeft gehad, kijken we allemaal naar de hulpverlening. Er moet therapie komen, misschien een aantal EMDR-sessies. Natuurlijk kan dit helpen, maar juist omdat het trauma in alledaagse situaties getriggerd wordt, zou het nog meer helpend zijn als wij allen wat bewuster zijn van wat trauma is en hoe we ermee om kunnen gaan.”
Wat zouden we wel of juist niet moeten doen?
“Het is al goed als je je er bewust van bent dat de kans groot is dat er iemand uit je omgeving rondloopt met een trauma na misbruik of mishandeling. Het gebeurt overal en vaak dichtbij. Het gaat om de mensen van wie we houden, waar we mee samenleven en van afhankelijk zijn. Alleen weten we het vaak niet. Dat is ook niet zo gek. Het is nogal wat voor mensen met trauma om hun verhaal te delen. De reacties zijn in het gunstigste geval ongemak of schrik, maar ook ongeloof. Wat is er dan precies gebeurd? Was het echt zo erg dat je er nu nog last van hebt? Of nog een stap verder, victim blaming: heb je er zelf een aandeel aan gehad? Hiermee bevestig je direct die onveilige gevoelens. Wat mensen met een trauma heel hard nodig hebben, is een ‘veilige grond’ om te helen. Die kun je creëren door je open te stellen, écht te vragen naar hoe het met iemand gaat en ook naar het antwoord te luisteren. Wanneer je schrikt van het antwoord, of het is je even te veel, zeg dat dan ook eerlijk en stel voor om er op een ander moment op terug te komen. Het gaat om sensitiviteit; aanvoelen of er misschien meer speelt bij iemand. Je hoeft het niet op te lossen, maar we dragen allemaal wel bij aan het gevoel van ‘veilige grond’, zonder oordelen of beschuldigingen.”