In gesprek met CSG-oprichter Iva Bicanic

In gesprek met CSG-oprichter Iva Bicanic


We hebben met moeite een gaatje gevonden in de overvolle agenda van Iva Bicanic. Maar als we haar spreken, blijkt al snel dat zelfs dit gaatje eigenlijk te klein is. De gedrevenheid van de klinisch psycholoog en oprichter van het landelijk Centrum Seksueel Geweld is voelbaar in elk woord. Ze wil zo veel mogelijk mensen helpen, zoveel mogelijk onwetendheid wegnemen en vooral slachtoffers een stem geven. Foto: Mariël Kolmschot, Studio Walpot

Boog Lichtgeel
Boog Lichtgeel
Boog Lichtgeel
Gepubliceerd op

Toen in 2012 de eerste Centra Seksueel Geweld (CSG) met steun van Fonds Slachtofferhulp werden opgericht, betekende dit een enorme verandering voor slachtoffers van seksueel geweld. Voorheen moesten ze zelf hun weg zien te vinden langs huisarts, politie en GGD. Terwijl ze zich vaak in een staat van shock bevonden. Nu kunnen ze terecht op één plek, waar zorg, onderzoek en begeleiding worden gecombineerd. Precies zoals Iva het voor ogen had. “We zijn de zorg en het onderzoek gaan integreren en coördineren,” vertelt ze. “Iedereen die binnenkomt, wordt bijgestaan door een casemanager. Dit helpt slachtoffers om sneller te verwerken en, als zij dat willen, sneller aangifte te doen.”

Kun je toelichten waarom het zo belangrijk is dat mensen die seksueel geweld hebben meegemaakt, nu alles onder één dak vinden?

“Het haalt drempels weg om iets te doen met de traumatische ervaring. Wat veel mensen met elkaar gemeen hebben, is dat ze de herinnering en de gevoelens die daarbij horen het liefst willen vergeten. Met je hoofd onder het dekbed, ik ben er niet meer. Of wat we veel zien bij kinderen: ‘ik heb het gedroomd, het is niet echt gebeurd.’ Van alle ingrijpende trauma’s die je kunt meemaken in je leven, heeft verkrachting het hoogste risico op een posttraumatisch stresssyndroom (ptss). Van de mensen die niets doen met dit trauma, heeft 50% na zes maanden ptss. En helaas zien we ook dat mensen die eenmaal misbruik hebben meegemaakt, vaak opnieuw slachtoffer worden. Bij kinderen gaat het zelfs om 50%.”

"Het haalt drempels weg om iets te doen met de traumatische ervaring."
- Iva Bicanic

Dat zijn echt schokkende percentages!

“Daarom is het zo belangrijk dat mensen snel hulp zoeken. Zo zijn we ook gestart, voor mensen die acute hulp nodig hadden. Na een paar jaar klopten steeds vaker mensen aan die langer geleden met misbruik te maken hebben gehad. Inmiddels zijn we er voor iedereen. Ook voor slachtoffers van online seksueel misbruik. De CSG’s zijn 24-7 open. Zodat je zo snel mogelijk, met zo min mogelijk professionals geholpen wordt. En niet meer vragen krijgt dan strikt noodzakelijk. Je eigen casemanager die jou de volgende dag belt en check hoe het met je gaat.”

Hoe belangrijk is de stem van het slachtoffer in jouw werk?

“Ik werk al jaren met slachtoffers van seksueel geweld, maar ik heb het zelf nooit meegemaakt. Dus om écht te begrijpen wat er speelt, hecht ik enorm veel waarde aan hun stem. Waar lopen ze tegenaan, wat hebben ze nodig, wat kunnen we doen om ze het beste bij te staan? Wij doen veel onderzoek in samenwerking met universiteiten, waarbij slachtoffers hun ervaringen met ons kunnen delen. Dat geeft niet alleen inzicht, maar ook erkenning. Laatst deden we bijvoorbeeld een onderzoek naar hoe slachtoffers die in hun kindertijd misbruik hebben meegemaakt, hun band met de pleger ervaren, zowel toen als nu. Veel slachtoffers hebben tegenstrijdige gevoelens. Vaak is er een hechte band met de pleger. En die is niet zomaar weg. Mensen hebben gevoelens van boosheid,  angst en verdriet, maar vaak ook van gemis en genegenheid. Soms ook jaren later nog. Het is belangrijk om te laten zien dat dit normaal is en geen taboe hoeft te zijn.”

"Inmiddels zijn we er voor iedereen. Ook voor slachtoffers van online seksueel misbruik."
- Iva Bicanic

Die ‘engerd in de bosjes’ bestaat dus eigenlijk niet?

“Nou ja, laten we zeggen: nauwelijks. Veel vaker gaat om iemand die bekend is. Zelfs geliefd. En dat maakt het voor slachtoffers erg complex. Zeker als de omgeving zich ook heel kwaad maakt op de pleger. Je gevoelens van genegenheid mogen er dan niet meer zijn. We moeten werken aan het doorbreken van het stereotype plaatje van dader en slachtoffer. Stel dat ik zou zeggen: ‘wat een rotzak, die broer van je.’ Terwijl je hem ook enorm mist. Dat kun je dan niet meer zeggen. Alle ruimte hiervoor is weggekaapt.”

Even terug naar de stem van het slachtoffer. Krijg je veel respons als je mensen vraagt om te vertellen over wat hen is overkomen?

“Zeker. Wanneer we een oproep doen voor een onderzoek op social media, reageren er soms wel 800 mensen in een week. Vaak vinden ze het fijn om iets ‘goeds’ te doen met hun ervaring. Veel mensen zijn het ook zat om stil te zijn. ‘Hier ben ik, vraag mij maar wat je wilt.’ Het is mooi om te zien dat het besmettelijk is. Zoals laatst met die afschuwelijke Franse zaak van Gisèle Pelicot. Zij besloot dat zij zich niet hoefde te schamen. Zij had niets verkeerds gedaan, maar de plegers. Dat resoneert. Dat is echt cool. Ik sprak een jonge vrouw die misbruikt was door een familielid. Ze zal niet ouder dan een jaar of 25 zijn geweest, maar ze sprak met de wijsheid van iemand van 70 jaar. Ze besefte heel goed dat haar niets aan te rekenen viel. Wanneer je de zelfveroordeling, de zelfhaat, loslaat en doorhebt: ik heb niets verkeerd gedaan, dan doe je een zware jas uit.”

"Veel mensen zijn het ook zat om stil te zijn."
- Iva Bicanic

Een duvel die maar niet terug in zijn doos wil, is online seksueel misbruik. Zeker bij jongeren en kinderen. Hoe kijk jij hier tegenaan?

“Online seksueel misbruik wordt steeds ernstiger. Kinderen die zich eenzaam voelen, zijn kwetsbaar voor online lokkers. Die daders geven hen een gevoel van veiligheid en bijzonder zijn. Om hen daarna te chanteren en te isoleren. De samenhang tussen offline en online is groot: iemand die misbruikt is, loopt een grotere kans opnieuw slachtoffer te worden. Bovendien is de impact van online misbruik even groot, vergis je niet. Daarom werken we samen met Fier, HelpWanted en Fonds Slachtofferhulp. Die samenwerking is cruciaal, omdat we vanuit verschillende expertises bijdragen aan dezelfde missie. Seksueel misbruik – offline en online – is een complex probleem en kan niet door één organisatie alleen worden opgelost.”

Wat is jouw grootste wens voor de toekomst?

“Ik hoop vooral dat slachtoffers eerder durven te vertellen wat hen is overkomen. Nu duurt het gemiddeld 13 jaar voordat een volwassene die als kind misbruikt is, erover spreekt. Dat moet korter. We kunnen seksueel geweld misschien nooit volledig uitbannen, maar als het gebeurt, moeten slachtoffers zich niet meer opgesloten voelen in hun geheim.”