Het verhaal van Ferry: over zijn leven na de Bataclan

“‘Allahoe akbar!’ klinkt het door de zaal. God is groot. Ik lig op mijn rug boven op een stapeltje andere mensen. Het is doodstil. Het enige geluid dat ik hoor, is het zware ademen van de mensen die onder mij verstrengeld liggen. Je hoort de doodsangst. Je voelt hem ook. Dit is echt.” We gaan met Ferry Zandvliet in gesprek over hoe hij zijn leven positief heeft weten te keren na die, zoals hij het zelf noemt, horrornacht in de Bataclan. “Je bepaalt uiteindelijk zelf of je een slachtoffer bent of een overlever.”

Gepubliceerd op

Zo begint Ferry Zandvliet zijn boek Souvenirs, Beter na Bataclan. Op 13 november 2015 openen drie mannen met kalasjnikovs het vuur in het Parijse theater le Bataclan. Honderddertig concertbezoekers komen om, 350 raken gewond. En voor alle aanwezigen geldt: hun leven zal nooit meer hetzelfde zijn. Eén van hen is de Nederlander Ferry Zandvliet. Samen met nog drie vrienden overleefde Ferry de aanslag. Direct erna en nog tijden later weten de media Ferry feilloos te vinden om verslag te doen van wat er zich afspeelde tijdens die bloederige nacht. En alhoewel zeker niet alle ervaringen met journalisten positief waren, gaf het de jonge fysiotherapeut uit Rotterdam wel een belangrijk inzicht: praten werkt. Voor hemzelf én voor anderen.

De aanslag bleek een kantelpunt in je leven. In jouw geval kantelde het een positieve richting uit. In je boek en tijdens je lezingen geef je aan dat je een blijer mens bent geworden. Hoe heeft dit zo voor je uitgepakt?

“Die vraag krijg ik vaak en die is best moeilijk uit te leggen. Mij heeft het meest ondenkbare en afschuwelijke scenario veel gebracht. Ik ben anders naar het leven gaan kijken. Vroeger had ik vaak het gevoel dat de wereld tegen mij was. Ik was best een boos mannetje. Nu kan ik veel meer relativeren, ik ben dankbaarder geworden en meer vergevingsgezind. En met deze ervaring kan ik nu anderen helpen. Dat is iets dat altijd al in mijn vezels heeft gezeten. Vroeger hielp ik mensen met hun lichaam, als fysiotherapeut. Nu kan ik helpen als spreker. Ik had nooit gedacht dat ik dat zou durven. Op podia wereldwijd staan en mijn verhaal vertellen, waar mensen ook nog eens op zitten te wachten. Het is het mooiste werk dat er bestaat. Het is natuurlijk niet zomaar vanzelf gegaan. Ik heb hard moeten werken voor mijn mentale herstel. Het besluit om te stoppen met mijn werk als fysiotherapeut. Therapiesessies, praten, sporten. Het zijn allemaal fases waar ik doorheen ben gegaan.”

Slachtofferschap is best een negatieve term. Veel mensen die een traumatische ervaring hebben meegemaakt, willen zo snel mogelijk van de term slachtoffer af. Herken jij dat ook?

“Zeker. In het begin voelde ik me wel slachtoffer. Zo werden we ook genoemd: slachtoffers van de aanslag. Maar naarmate de tijd vorderde, kreeg ik steeds meer jeuk van die term. Ik wilde geen slachtoffer zijn. Het is fijn om een steuntje in de rug te krijgen na een heftige gebeurtenis, maar uiteindelijk moet je zelf de regie weer pakken. Ik probeer mensen dan ook altijd te vertellen dat je volkomen het recht hebt om jezelf zielig te vinden, boos te zijn, rouw te voelen. Maar er komt een punt dat je het verplicht bent aan jezelf en de mensen die er eventueel niet meer zijn, om iets van je leven te maken. Kom in actie.”

De media buitelden over elkaar heen om jou en je vrienden te spreken direct na de aanslag in de Bataclan. Hoe heeft dat je beïnvloed?

“Het geeft een dubbel gevoel. Het was voor mij een aanzet om mijn verhaal zo veel mogelijk te delen. Maar ik vind het niet altijd ok hoe journalisten met slachtoffers omgaan. In de snelheid waarmee het nieuws gebracht moet worden, komt het belang van betrokken slachtoffers snel in de knel. Wij hadden het geluk dat het goed voor ons uitpakte bij RTL Late Night met Humberto Tan. Er werd zorgvuldig met ons omgegaan en er was goede nazorg. Maar vaak genoeg zie je mensen hun verhaal in de media doen na een afschuwelijke gebeurtenis, zonder erbij stil te staan dat wat je vertelt en hoe je dit doet, je altijd zal blijven achtervolgen. Als journalist heb je een grote verantwoordelijkheid in hoe je met mensen omgaat die nog overduidelijk midden in hun trauma zitten. Wat ik bijvoorbeeld best ernstig vind, is dat gespecialiseerde hulpverleners die écht iets voor je kunnen betekenen, niet zelf contact met je mogen zoeken, terwijl journalisten dat wel kunnen.”

Heb je zelf de hulp gehad die je nodig had?

“Uiteindelijk wel. Ik ben geholpen door een therapeut die specialist was voor mensen met PTSS na een aanslag of oorlog. Maar niet alle zorg werd vergoed en uiteindelijk heeft hij zelfs uit eigen zak nog een deel van mijn sessies betaald. Ik besef dat dat heel uitzonderlijk is. Hoe moet het zijn voor mensen die ook die hulp keihard nodig hebben, maar het niet kunnen betalen? Wat ik echt mis in Nederland, is dat er één gespecialiseerd centrum is waar je terecht kunt voor PTTS, slaapproblemen, cognitieve gedragstherapie, noem het maar op. Dat je niet steeds naar een ander loket hoeft voor de verschillende problemen waar je tegenaan loopt. En dat dit ook volledig vergoed wordt.”

Wat zijn je plannen voor de toekomst?

Als het aan mij ligt, blijf ik in de flow waar ik nu in zit. Graag blijf ik mensen inspireren met verhalen over veerkracht. Ik ben een gelukkig mens. Natuurlijk, het trauma is er nog. PTSS blijft in je lijf zitten. Maar ik besef ook dat je je nooit altijd 100% goed kunt voelen. Na een gebroken enkel zul je ook nooit meer zo goed hard kunnen lopen. Ik moet beter op mezelf letten, ik word snel teruggefloten als ik te veel doe. Maar dat is niet erg. Ik durf te zeggen dat ik nu een leuker leven hebben dan voor die avond in november. Dat had ik toen nooit geloofd.”

Meer over Ferry Zandvliet

Het boek Souvenirs, Beter na Bataclan is te bestellen bij de bekende (online) boekhandels. Via Podimo kun je de podcast Over Leven volgen, die Ferry opneemt samen met Edino van Dorsten. De documentaire Die avond in Bataclan van Jessica Villerius is terug te kijken via NPOplus.

3 keer per jaar gratis het magazine ontvangen?

Het Fonds Slachtofferhulp Magazine valt drie keer per jaar bij onze donateurs en samenwerkingspartners op de mat. De verhalen in het magazine laten zien hoe we samen het verschil maken voor slachtoffers in Nederland.