De ouderavond is eigenlijk al afgelopen, maar veel ouders besluiten een extra kopje koffie te drinken om nog even uit de regen te blijven. Esther en haar man twijfelen of ze ook nog even gezellig mee doen, of dat ze toch maar naar huis wandelen om de oppas af te lossen. Ze besluiten het laatste.
Esther: “Arm in arm liepen we richting huis. Toen we het zebrapad naderden keken we links, rechts en weer links maar er was geen auto te zien. Tot mijn lief halverwege het zebrapad ineens hard riep: ‘Stopt ie nou niet?’ Een harde, doffe klap volgde. Het volgende moment dat ik mij kan herinneren, is dat ik meters verderop op het natte koude wegdek lag met mijn onderrug tegen de vluchtheuvel en mijn benen in een rare positie op het wegdek. Vol ongeloof vroeg ik: ‘Ben ik aangereden? Dat kan toch niet? Dat kan toch niet waar zijn?’ Ik voelde me in een soort shock raken en wilde per se zelf naar huis bellen. ‘Hoi lieverd, met mama. Niet schrikken hoor maar ik ben aangereden. Maak je geen zorgen, er wordt goed voor mij gezorgd en ik kom zo snel mogelijk naar huis.’ Dit waren de moeilijkste en meest beladen woorden die ik ooit tegen mijn kleine grote meisje had moeten zeggen. We wisten immers nog niet hoe ik er aan toe was.”
Fries hart
In het ziekenhuis blijkt de schade groter dan Esther in eerste instantie hoopte: ze heeft een gebroken rug, diverse schaafwonden en blauwe plekken, een diepe wond in haar gezicht en op haar achterhoofd en een verbrijzelde knie. Een lang traject van operaties en revalidatie volgt en blijft tot op de dag van vandaag nodig. Esther: “Ik was altijd gek op sporten. Ik heb een Fries hart en ben dol op schaatsen en skeeleren. En ook hardlopen deed ik graag. Nu kan ik alleen rustig wandelen op een effen wegdek, het liefst asfalt. Na een vakantie in Ibiza met hobbelige weggetjes ben ik dagenlang kapot, het is al snel te veel . Ik moet accepteren dat mijn lichaam me regelmatig terugfluit en dat ik elke dag pijn heb. Dit vreet energie, waardoor ik niet meer alles kan wat ik vroeger kon. De ene dag kan ik hier makkelijker mee omgaan dan de andere. Het went, maar ook weer niet.”
Mentaal kun je veel
Minstens zo moeilijk als het lichamelijke herstel, is de mentale klap. De eerste weken na de aanrijding leek er mentaal nog niet zo veel aan de hand. Esther lag vooral veel op bed om haar lichaam de kans te geven te herstellen. Ook legden de eerste corona-lockdowns de wereld letterlijk stil, wat paste in het proces waar ook Esther in zat. “Toen mijn wereld weer groter werd, bleek ik PTSS ontwikkeld te hebben. Ik raakte totaal verlamd bij hele normale situaties, zoals het verkeer, het geluid van auto’s of gillende kinderen. Waarna de angst ervoor zorgde dat ik spasmen kreeg. Het was heel eng, ik had er totaal geen controle over. Het vergelijkbaar met het moment dat ik op het asfalt lag en niets kon. Ik had natuurlijk wel gehoord van PTSS, maar ik wist niet hoe alles ondermijnend het is. Hier wilde ik heel snel vanaf. Ik wilde mijn kinderen hun moeder teruggeven zoals zij die kenden voor het ongeval. En ik wist: mijn been kan ik niet helen, maar mentaal kun je wel veel zelf doen. Ik heb verschillende EMDR-behandelingen gehad, maar door de coronamaatregelen was er niet altijd contact mogelijk met de therapeut. En er zat te veel tijd tussen de behandelingen, dus het werkte niet optimaal voor mij. Uiteindelijk hebben online behandelingen van Psytrec me geholpen.”
Vast in de slachtofferrol
Naast de fysieke en mentale problemen, krijgt Esther te maken met een letstelschadeprocedure, die ingewikkeld is en lang duurt. “Ik had geen idee hoe lastig en intensief dit traject zou zijn”, vertelt ze. “Ik heb het geluk dat ik een goede advocaat heb, die me steeds voorhoudt dat ik vooral door moet gaan. Maar ik kan me zo goed voorstellen dat veel slachtoffers afhaken. Het probleem dat ik vooral ervaar, is dat je steeds in die slachtofferrol blijft, zolang het letselschadeproces loopt. Ik denk dat dat enorm wordt onderschat. Ook word je continu aan het twijfelen gebracht: vraag ik niet te veel, zie ik het wel helder? Terwijl het zo belangrijk is om goed voor jezelf te zorgen. Want de financiële schade wanneer je blijvend letsel hebt, kan enorm oplopen. Ik maakte veel kosten voor mijn herstel, terwijl ik zelf lange tijd niets tot weinig kon . Naast financiële, lag ook vaak de praktische druk ineens bij mijn partner. Verzekeraars zouden hier echt een slag in moeten maken en naar het totale plaatje van de situatie van het slachtoffer kijken.”
Voordat het ongeluk gebeurde, had Esther al haar blog Mama is thuis, waarin ze verhalen deelt van haar eigen leven als moeder en dat van andere moeders. Nu vult het ze het blog ook met haar revalidatieproces en haar gevecht tegen PTSS en hoopt ze anderen te inspireren en motiveren. “Het klinkt misschien gek, maar op een bepaalde manier ben ik ook dankbaar voor de aanrijding. Ik zal nooit meer de oude zijn en ik besef hoe kwetsbaar het leven is. Je hebt geen garanties. Maar hierdoor leef ik veel bewuster en gelukkiger. Ik probeer mijn letsel zin te geven door mijn verhaal te delen. Ik wil duidelijk maken hoe ernstig het probleem van het gebruik van de mobiele telefoon in de auto is. Hoe je zo in een fractie van een moment iemands leven voor altijd verandert.”
Stoppen met pijnmedicatie
“Ook wil ik laten zien dat je met je eigen mindset veel kunt doen”, vervolgt Esther. “Voor mijn eerste operatie was ik bijvoorbeeld intens bang voor de narcose. Tegen de tijd dat de tweede operatie kwam, was ik al zo veel bezig geweest met ‘wie ben ik’, ‘wat wil ik’, ‘wat kan ik’, dat ik er met meer vertrouwen in ging. Ook besloot ik toen om te stoppen met de zware pijnmedicatie die me veranderde in een zombie. Ik wilde zelf met de pijn omgaan. Die kracht, dat zelfherstellend vermogen van een mens, daar wil ik wat mee. Ik wil mijn ervaring, mijn letsel, zin geven. Ik ben nog zoekende naar de vorm, op welke manier ik dat wil doen. Maar alleen al het proces ervaar ik als een waardevolle reis. In de toekomst wil ik mensen helpen vanuit mijn ervaring en leren hoe ze weer contact kunnen maken met hun eigenheid, hun innerlijk en hun zelfherstellend vermogen. Ik hoop dat mijn persoonlijke verhaal ze daarbij mag inspireren en helpen.”