Al een jaar lang zijn slachtoffers van seksueel geweld onderwerp van gesprek. De start van #Metoo in oktober 2017 zorgde voor een golf aan onthullingen rondom seksueel wangedrag, en krijgt een jaar na dato nog steeds veel aandacht. En dat is van belang. De permanente discussie over overschrijdend gedrag leidt hopelijk uiteindelijk tot een cultuurverandering op de werkplek, in de sport, het uitgaansleven en het besef dat je de grenzen van de ander moet respecteren. Seksueel geweld, als overtreffende trap van grenzen overschrijden, komt nog steeds veel vaker voor dan je denkt. En veel van de slachtoffers zoeken geen hulp. Want we zien helaas geregeld dat slachtoffers vastlopen op psychisch of sociaal-maatschappelijk vlak. Dat was voor Fonds Slachtofferhulp, ruim zes jaar geleden, een belangrijke reden om het Centrum Seksueel Geweld (CSG) te gaan steunen. En inmiddels heeft het CSG, mede met onze inzet, een landelijk dekkend netwerk van 16 hulpcentra in het land en werden vorig jaar ruim 3000 mensen opgevangen die kortgeleden een aanranding of verkrachting hadden meegemaakt. Eind 2017, onder de noemer ‘Als het jou overkomt’ startten we een landelijke campagne om de naamsbekendheid van het CSG te vergroten. Gelukkig neemt de overheid dat nu van ons over, tenminste, dat is ons toegezegd!
Naast deskundige hulp aan slachtoffers willen we ook bereiken dat daders voor de rechter komen. Zodat ze straf krijgen, de slachtoffers een schadevergoeding betalen en om te voorkomen dat daders nog meer slachtoffers maken. Toch zien we dat onthullingen van seksueel geweld nog steeds maar weinig tot berechting van de dader leiden. Nog altijd durven slachtoffers geen aangifte te doen, bijvoorbeeld omdat de dader een bekende is. Of ze schamen zich en zijn bang niet geloofd te worden. En àls ze dan toch die moedige stap nemen en naar de politie gaan, zetten veel slachtoffers na het informatieve gesprek hun aangifte niet door, omdat ze worden ontmoedigd. Of zien we, dat als het uiteindelijk toch tot een zaak komt, deze in veel gevallen geseponeerd wordt. Het is schrikbarend dat slechts 13 procent van de slachtoffers uiteindelijk aangifte doet. Helaas zien we nu dat in het vervolgtraject ook heel veel niet onderzocht kan worden of er bij wet gewoonweg geen sprake is van een strafbaar feit. Bijvoorbeeld omdat een slachtoffer, verstijfd van angst, zich niet heeft kunnen verzetten, waardoor dwang helemaal niet aan de orde lijkt. Slachtoffers voelen zich hierdoor vaak tekortgedaan: het veroorzaakte leed wordt niet erkend en dit leidt in veel gevallen tot secundaire victimisatie.
Wij denken dat opsporing en vervolging van daders beter in kaart moet worden gebracht. Aan de hand van geanonimiseerde data die door het CSG wordt verzameld willen we daarom onderzoek laten doen. Naar de beweegredenen van slachtoffers, hun ervaringen bij aangifte en vervolging en de redenen voor sepot of het doorzetten van de rechtspraak. Alleen op die manier kan er daadwerkelijk iets aan gedaan worden. Ook met het oog op de nieuwe zedenwetgeving biedt een dergelijk onderzoek waardevolle informatie en kunnen mogelijke drempels voor slachtoffers zoveel mogelijk worden weggenomen.
Met een nieuwe zedenwet heb ik goede hoop dat de norm kan worden bijgesteld en grijze gebieden minder grijs worden. Hierdoor zal deze groep kwetsbare slachtoffers zich ook meer erkend voelen voor hetgeen hen is overkomen. Zo kunnen zij weer zoveel mogelijk de draad van het leven oppakken. Met het oog op het slachtofferbelang zullen wij het onderzoek op dit gebied stimuleren, het CSG helpen bij dataverzameling, en de ontwikkeling van nieuwe wetgeving op dit vlak met heel veel interesse blijven volgen.