Begin december werd het wetsvoorstel “aanscherping strafrechtelijke aansprakelijkheid ernstige verkeersdelicten” naar de Tweede Kamer gestuurd. Met dit voorstel wil de minister een einde maken aan roekeloos rijgedrag. Fonds Slachtofferhulp is aanjager van de discussie hierover. En we waren actief betrokken bij de totstandkoming van deze nieuwe wet, die zowel de bewijslast als de strafmaat van roekeloosheid in het verkeer aanpakt. Het voorstel van de minister, dat nu in de Tweede Kamer moet worden behandeld, ligt grotendeels in lijn met de adviezen en aanbevelingen van ons onderzoek naar de strafmaat na ernstige verkeersdelicten dat we al begin 2017 presenteerden. Afgelopen week stuurde minister Grapperhaus, eindelijk, het antwoord op alle vragen van Kamerleden naar het parlement.
Ruim 2 jaar later zijn we zover dat de Tweede Kamer over dit onderwerp kan gaan debatteren. We hopen dat het voorstel nu zo ongeschonden mogelijk blijft en nu echt snel behandeld wordt. Zodat rijden onder invloed, doorrijden na een ongeval en rijden zonder (geldig) rijbewijs vanaf 1 januari 2020 strenger kan worden bestraft. En eindelijk de onduidelijkheid rondom het begrip roekeloosheid wordt weggenomen. Want wat wij als samenleving vinden en de juridische interpretatie van het begrip ‘roekeloos rijgedrag’ liggen op dit moment nog mijlenver uit elkaar. En dat zorgt in de rechtspraktijk dagelijks voor veel onbegrip. Dat is afschuwelijk voor verkeersslachtoffers en nabestaanden van ernstige verkeersdelicten die daarmee te maken krijgen. Maar ook de rest van onze samenleving snapt niet waarom een dader wegkomt met een lichte straf nadat hij of zij zich ernstig heeft misdragen in het verkeer. Denk bijvoorbeeld eens aan het verschrikkelijke verkeersdelict waarbij Fleur Balkestein in 2016 om het leven kwam. Een man reed, met zijn zoon in zijn kielzog, met meer dan 150 km per uur en onder invloed van veel te veel alcohol op haar in. In het hoger beroep, dat vorige maand diende, achtte het hof Arnhem/Leeuwarden roekeloosheid echter niet bewezen. Een schrijnende zaak die de vinger op de zere plek legt. Want als dat geen roekeloos rijgedrag was, wat is dat dan eigenlijk nog wel?
Het Fonds Slachtofferhulp vraagt de Kamerleden van de Eerste en Tweede Kamer om dit wetsvoorstel zo snel mogelijk te behandelen, zodat deze uiterlijk 1 januari 2020 in werking kan treden. Op die manier wordt de interpretatievrijheid van rechters rondom het begrip roekeloosheid verkleind en worden de mogelijkheden verruimd om verkeershufters hiervoor te kunnen vervolgen. Alleen dan wordt er meer recht gedaan aan het enorme leed van verkeersslachtoffers en nabestaanden. Uiteraard is geen enkele straf voor hen zaligmakend, maar aan de hand van deze nieuwe wet krijgen zij wel de erkenning die ze verdienen.