Wat bedoel je met ambiguïteit van het begrip milieucriminaliteit?
‘We hadden het eerder over waarom de definitie ervan al uitdagend kan zijn, maar daarnaast zijn er nog aspecten die het niet makkelijk maken om met milieucriminaliteit om te gaan. Het gaat vaak over het nalaten om te handelen, dus niet altijd om actief handelen, wat moeilijker te zien of te tellen is. Bovendien is de hoeveelheid schade en de aard van die schade ook niet zomaar altijd meteen duidelijk. Vaak weten we niet dat we slachtoffer zijn van milieucriminaliteit. Bovendien worden milieubelangen anders gewogen naargelang wie gaat wegen of waar dat gebeurt. Bovendien leren we meer door de tijd over hoeveel milieuschade er is, en wat dat met een organisme doet, maar is dat ook niet altijd direct aan een oorzaak te verbinden. We weten ook lang nog niet genoeg over hoe de mens, maar ook andere organismen reageren op deze blootstelling aan milieuschade. Ook opvallend is dat wij bij andere vormen van criminaliteit sneller iets goed of fout vinden. Bij milieucriminaliteit gaat het vaak om waardenconflicten die raken aan de manier waarop we leven.’
Welke soorten schade en slachtofferschap van milieucriminaliteit bestaan er?
‘Ik maak onderscheid in financiële schade, fysieke schade en emotionele schade, die onderling sterk verweven zijn. De financieel-economische schade, is bij milieucriminaliteit, anders dan voor andere vormen van organisatiecriminaliteit (denk aan fraude met subsidies bijvoorbeeld), moeilijker in beeld te krijgen, en moeilijker te herkennen en erkennen. De illegaliteit van fraude bij financiële transacties bij banken, fraude met subsidies of andere types fraude wordt zelden betwist. Milieucriminaliteit daarentegen wordt minder snel als crimineel gezien, maar kan wel vertaald worden naar een, als het ware meer tastbare vorm van schade in economische kosten.’
Kun je dit verder toelichten?
‘Milieucriminaliteit kent vaak een minder directe vorm van schade en vaak een die op een lange termijn moet worden bekeken. Bij milieuvervuiling door bedrijven gaat het bij deze indirecte economische schade om overheidsgelden die besteed worden aan het saneren van vervuilde gronden. Actueel is de rechtszaak waarin de gemeenten Papendrecht, Sliedrecht, Dordrecht en Molenlanden chemiebedrijf Chemours/DuPont aansprakelijk stellen voor de schade ten gevolge van de PFOA-verontreiniging op hun grondgebied. In een tussenvonnis verklaarde de rechtbank beide bedrijven aansprakelijk voor de gevolgen van deze PFAS-vervuiling, en concludeerde dat zij van 1984 tot 1998 informatie over PFAS achterhielden voor vergunningverlenende overheidsinstanties. De kosten voor het eventuele saneren van grond, zouden berekend kunnen worden. Zo berekenden onderzoekers (Goldenman et al 2019) dat de maatschappelijke gevolgen van PFAS vervuiling op de lange termijn, en dan met name de kosten voor de gezondheidszorg en het reinigen van de vervuilde omgeving, in Europa tussen de 52 tot 84 miljard euro liggen. Nog indirecter kan milieucriminaliteit effect hebben op een economie, bijvoorbeeld door ziekmeldingen ten gevolgen van blootstelling aan vervuiling.’
‘Met dit voorbeeld raak je ook gelijk aan fysieke vorm schade, namelijk de mogelijke gevolgen die ontstaan bij blootstelling van werknemers werkzaam in chemische bedrijven die asbest, pesticiden, persistente chemicaliën of andere toxische stoffen produceren en gebruiken. Wanneer de veiligheidsvoorschriften voor werknemers worden overtreden, is de fysieke schade onmiskenbaar. Ook fysieke gevolgen van misstanden in de farmaceutische, medische en voedingsindustrie zijn tastbaar. Veel van deze schade wordt als ongeval weggeschreven, maar is in werkelijkheid een gevolg van dagelijkse economische processen. Verschillende wetenschappers pleiten er wel voor deze fysieke schade als ‘geweld te benoemen en niet als ongeval.’