Milieucriminaliteit: lawful but awful

Aan het woord is prof. dr. Lieselot Bisschop, hoogleraar Publieke en Private Belangen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij doet als criminologe onder andere onderzoek naar de schadelijke gevolgen van PFAS. Wij stelden haar enkele vragen over milieucriminaliteit.

Gepubliceerd op

Wat is milieucriminaliteit?

Milieucriminaliteit in strikte zin verwijst naar een overtreding van de (straf)wet die het milieu schaadt, met de bedoeling er een economisch of ander gewin uit te halen. Bij de bredere invulling van het begrip verwijst het naar opzettelijk gedrag of een nalatigheid die de natuurlijke rijkdommen schaadt. Bedrijven lozen en stoten schadelijke stoffen uit via vergunningen die zij hebben verkregen maar kunnen daarmee wel schade toebrengen aan de gezondheid van omwonenden en het leefmilieu. Iets wat lawful is kan wel awful zijn.

"Iets wat lawful is kan wel awful zijn"
- Prof. dr. Lieselot Bisschop

Welke types milieucriminaliteit zijn er?

Je zou milieucriminaliteit kunnen onderverdelen in drie types:

  • Bruin

    Dit gaat over afval en vervuiling, bijvoorbeeld dumpen van afval (zie de Probo Koala case) en vervuiling van water, grond en lucht door industriële of andere menselijke activiteiten (Volkswagen Dieselgate, Chemours/DuPont, Tata Steel).

  • Groen

    Dit raakt aan het welzijn van fauna en flora. Denk aan de handel in bedreigde dieren, aan ontbossing, illegaal vissen of dierenmishandeling.

  • Wit

    Verwijst naar activiteiten binnen laboratoria zoals genetisch gemodificeerde organismen waardoor planten steriele zaden produceren, vanuit commercieel belang voor de producent. Dit gaat ook om de privatisering van natuurlijke rijkdommen en de inbreuken op mensenrechten die er soms mee gepaard gaan. Denk aan conflicten tussen (farmaceutische en chemische) bedrijven uit geïndustrialiseerde landen en inheemse volkeren in ontwikkelingslanden over wie eigenaar is van de traditionele kennis, technologie en genetische rijkdommen.

Wat bedoel je met ambiguïteit van het begrip milieucriminaliteit?

‘We hadden het eerder over waarom de definitie ervan al uitdagend kan zijn, maar daarnaast zijn er nog aspecten die het niet makkelijk maken om met milieucriminaliteit om te gaan. Het gaat vaak over het nalaten om te handelen, dus niet altijd om actief handelen, wat moeilijker te zien of te tellen is. Bovendien is de hoeveelheid schade en de aard van die schade ook niet zomaar altijd meteen duidelijk. Vaak weten we niet dat we slachtoffer zijn van milieucriminaliteit. Bovendien worden milieubelangen anders gewogen naargelang wie gaat wegen of waar dat gebeurt. Bovendien leren we meer door de tijd over hoeveel milieuschade er is, en wat dat met een organisme doet, maar is dat ook niet altijd direct aan een oorzaak te verbinden. We weten ook lang nog niet genoeg over hoe de mens, maar ook andere organismen reageren op deze blootstelling aan milieuschade. Ook opvallend is dat wij bij andere vormen van criminaliteit sneller iets goed of fout vinden. Bij milieucriminaliteit gaat het vaak om waardenconflicten die raken aan de manier waarop we leven.’

Welke soorten schade en slachtofferschap van milieucriminaliteit bestaan er?

‘Ik maak onderscheid in financiële schade, fysieke schade en emotionele schade, die onderling sterk verweven zijn. De financieel-economische schade, is bij milieucriminaliteit, anders dan voor andere vormen van organisatiecriminaliteit (denk aan fraude met subsidies bijvoorbeeld), moeilijker in beeld te krijgen, en moeilijker te herkennen en erkennen. De illegaliteit van fraude bij financiële transacties bij banken, fraude met subsidies of andere types fraude wordt zelden betwist. Milieucriminaliteit daarentegen wordt minder snel als crimineel gezien, maar kan wel vertaald worden naar een, als het ware meer tastbare vorm van schade in economische kosten.’

Kun je dit verder toelichten?
‘Milieucriminaliteit kent vaak een minder directe vorm van schade en vaak een die op een lange termijn moet worden bekeken. Bij milieuvervuiling door bedrijven gaat het bij deze indirecte economische schade om overheidsgelden die besteed worden aan het saneren van vervuilde gronden. Actueel is de rechtszaak waarin de gemeenten Papendrecht, Sliedrecht, Dordrecht en Molenlanden chemiebedrijf Chemours/DuPont aansprakelijk stellen voor de schade ten gevolge van de PFOA-verontreiniging op hun grondgebied. In een tussenvonnis verklaarde de rechtbank beide bedrijven aansprakelijk voor de gevolgen van deze PFAS-vervuiling, en concludeerde dat zij van 1984 tot 1998 informatie over PFAS achterhielden voor vergunningverlenende overheidsinstanties. De kosten voor het eventuele saneren van grond, zouden berekend kunnen worden. Zo berekenden onderzoekers (Goldenman et al 2019) dat de maatschappelijke gevolgen van PFAS vervuiling op de lange termijn, en dan met name de kosten voor de gezondheidszorg en het reinigen van de vervuilde omgeving, in Europa tussen de 52 tot 84 miljard euro liggen. Nog indirecter kan milieucriminaliteit effect hebben op een economie, bijvoorbeeld door ziekmeldingen ten gevolgen van blootstelling aan vervuiling.’

‘Met dit voorbeeld raak je ook gelijk aan fysieke vorm schade, namelijk de mogelijke gevolgen die ontstaan bij blootstelling van werknemers werkzaam in chemische bedrijven die asbest, pesticiden, persistente chemicaliën of andere toxische stoffen produceren en gebruiken. Wanneer de veiligheidsvoorschriften voor werknemers worden overtreden, is de fysieke schade onmiskenbaar. Ook fysieke gevolgen van misstanden in de farmaceutische, medische en voedingsindustrie zijn tastbaar. Veel van deze schade wordt als ongeval weggeschreven, maar is in werkelijkheid een gevolg van dagelijkse economische processen. Verschillende wetenschappers pleiten er wel voor deze fysieke schade als ‘geweld te benoemen en niet als ongeval.’

Lees meer over het programma milieucriminaliteit

Fonds Slachtofferhulp is gestart met het programma milieucriminaliteit om de ondersteuning en (rechts)positie van slachtoffers van milieucriminaliteit verbeteren.

PFAS is een goed en actueel voorbeeld

‘Je hebt consumentenproducten die onveilig zijn en daarom teruggeroepen worden. Bijvoorbeeld een slecht geproduceerde kast die op iemand valt. Maar ook voor milieu zijn voorbeelden te bedenken die onveilig zijn voor de consument. Denk aan blootstelling aan PFAS via voedselverpakkingen. Deze vorm van fysieke schade raakt grote bevolkingsgroepen zoals het geval is bij gezondheidsschade waarmee omwonenden van bedrijven die het water en de lucht vervuild hebben te maken krijgen. Het Europees Milieuagentschap (EEA) heeft 100.000 Europese locaties geïdentificeerd die potentieel PFAS uitstoten. De uitkomst is dat PFAS-concentraties in (drink)water en bloedmonsters van blootgestelde burgers in veel regio’s boven de referentiewaarden voor nadelige gezondheidseffecten uitkomen. Net als de luchtvervuiling en gezondheidseffecten van het dieselschandaal bij Volkswagen, maakt ook dit voorbeeld van PFAS duidelijk dat het onmiskenbaar om fysieke schade gaat. Toch blijft de misvatting bestaan dat dit ‘geweldloos’ is.’

"Bij milieucriminaliteit is het bovendien ook zo dat de sociaal-economisch meest kwetsbaren het meeste kans hebben schade te leiden."
- Prof. dr. Lieselot Bisschop

Meest kwetsbaren hebben meeste kans schade te leiden

‘Bij milieucriminaliteit is het bovendien ook zo dat de sociaal-economisch meest kwetsbaren het meeste kans hebben schade te leiden. Doordat zij in vervuilende industrieën werken of in de buurt van vervuilde locaties te wonen. Wie de financiële middelen heeft, probeert verder bij een vervuilende fabriek vandaan te gaan wonen, installeert een eigen waterfilter of laat zijn hobbykippeneieren testen. Wie de weg naar juridische middelen kent, probeert misschien verhaal te halen. Milieucriminaliteit raakt zo vaker kwetsbare groepen die deze middelen niet hebben.’

Wat kun je vertellen over emotionele schade?

‘Hoewel kennis over emotionele schade beperkt is, weten we dat slachtoffers stress en boosheid ervaren en zich machteloos voelen. Maar ook dat zij hun manier van leven aanpassen, rouwen om familie die ze verliezen of ziek zien worden. Het gaat over onzekerheid en zorgen. Soms gaat het zelfs over omgaan met tegenstrijdige berichten over wat schadelijk is, niet meer weten wat te geloven. Wat je ook ziet is het omgaan met tegenstrijdige gevoelens en zelfverwijt om waar je woont en/of waar je (hebt ge)werkt. Bij sommige voorbeelden van milieucriminaliteit wordt een klacht niet serieus genomen of slechts als een overtreding gezien, of vraagt het een te grote investering om het tot een vervolging te brengen. Hernieuwd slachtofferschap van milieuslachtoffers is daarom potentieel groot. Zij worden niet altijd als ‘echt’ slachtoffer gezien, zowel door hun sociale omgeving als door zichzelf. Zij kunnen kampen met woede, verraad of frustratie tegenover de bedrijven die bewust of onbewust schade hebben berokkend. Of tegenover de toezichthouders die verzuimden hen te beschermen.

‘Prof. Friedrichs stelde ooit dat bedrijfscriminaliteit bovenal een inbreuk is op het vertrouwen. Dat is misschien wel de beste samenvatting van wat deze emotionele schade inhoudt. Het gaat immers om vertrouwen dat consumenten, werknemers, de samenleving als geheel heeft gesteld in bedrijven, soms ook overheden, en dat vertrouwen wordt beschadigd.’

 

"Milieuslachtoffers ervaren stress en boosheid en voelen zich machteloos."
- Prof. dr. Lieselot Bisschop

Wat is de rol van de overheid?

‘De burger wordt onvoldoende beschermd door de fragmentatie van toezicht op milieu, dat toonden diverse rapporten in de voorbije jaren aan[1]. De geschiedenis van milieutoezicht kenmerkt zich door voortdurende zorgen over de effectiviteit van die aanpak door fragmentatie in het toezicht, gebrekkige afstemming en samenwerking tussen en binnen diensten, een gebrekkige informatiepositie van de overheid ten opzichte van het bedrijfsleven, de verwevenheid met legale bedrijvigheid. Dit wordt ook bevestigd door recente rapporten van de Algemene Rekenkamer, de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, en recent de Raad voor Leefomgeving en Infrastructuur. Overheden faciliteerden de industriële vervuiling vanuit het oogpunt van innovatie, werkgelegenheid en economisch belang onder meer door soepelere normen voor uitstoot. Juist daar waar economische en politieke belangen samenkomen, is het immers veel ingewikkelder om doortastend op te treden tegen schadelijk gedrag. Dat kan en moet anders.

Welke uitdagingen zie je?

‘Ik zie diverse uitdagingen maar ook kansen voor de toekomst. In de eerste plaats bij het erkennen en herkennen van milieucriminaliteit als criminaliteit, niet als onzorgvuldigheid of ongeval. In de literatuur wordt al lang gesignaleerd dat juist daar waar economische en politieke belangen samenkomen, het veel ingewikkelder is om het gedrag van ondernemingen als criminaliteit te typeren. Het beter in beeld brengen van de diversiteit aan milieuschade en slachtofferschap kan dat doorbreken. Ook open ik graag de discussie over hoe wij de diverse belangen (beter) in toezicht en regelgeving kunnen verankeren. De lobby vanuit bedrijven is groot, want het vraagt een drastische verandering naar de toekomst toe. Kritisch tegengeluid vanuit de maatschappij is dan essentieel. Daar ligt een mooie rol voor Fonds Slachtofferhulp.’

[1] https://repository.wodc.nl/bitstream/handle/20.500.12832/3321/JV202304-artikel2.pdf?sequence=4&isAllowed=y