Eva Kwakman over de beeldvorming van verkeersgeweld

De verborgen beeldvorming van verkeersgeweld

Busje ramt auto. File na ongeluk. Het zijn bekende krantenkoppen. Maar de vraag is: Waar zijn de mensen in de berichtgeving gebleven? Wat doet journalistieke berichtgeving over ‘hun’ ongeval met het herstel van verkeersslachtoffers en nabestaanden? Doen de berichten wel recht aan de erkenning van het leed en staat de mens nog wel centraal? We lieten hier onderzoek naar doen.

Gepubliceerd op

Als je slachtoffer wordt van een verkeersongeval, overkomt je dat totaal onverwacht. Jouw wereld en die van je omgeving staat compleet op zijn kop. Het is vaak een traumatische ervaring. Voor het herstel is het erg belangrijk dat je zelf een stem hebt in de beeldvorming en belangrijke keuzes en beslissingen.

Ervaringen en wensen van verkeersslachtoffers

Fonds Slachtofferhulp wil graag impact maken door te zorgen dat de gevolgen van slachtofferschap zo beperkt mogelijk blijven en mensen die een verkeersongeval meemaken zo snel mogelijk weer in hun kracht komen te staan. Dat doen we niet alleen, maar samen met onze professionele partners en de doelgroep waar het om gaat: slachtoffers en nabestaanden. “Het is ontzettend belangrijk dat de stem van het slachtoffer gehoord wordt en dat er geluisterd wordt naar de ervaringen en wensen van slachtoffers”, aldus Marijke Brouwer, Programmamanager Verkeer.

Menselijke maat in berichtgeving over verkeersongevallen

Voor promovenda Eva Kwakman is dat ook een van de drijfveren om zich voor haar promotieonderzoek te verdiepen in de menselijke maat in de berichtgeving over verkeersongevallen. Eva is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam en heeft onderzocht hoe verkeersslachtoffers zelf aankijken tegen nieuwsberichten over hun eigen verkeersongeval. Met steun van Fonds Slachtofferhulp deed ze samen met Marco te Brömmelstroet en universitair docent Arnold van Emmerik wetenschappelijk onderzoek om meer inzicht krijgen in hoe verkeersslachtoffers hun eigen verhaal over hun ongeval formuleren, in contrast met de journalistieke berichtgeving.

Maatschappelijk debat over gevolgen slachtofferschap

Eva studeerde sociologie en vanuit haar interesse in het publieke debat en de invloed van de journalistiek op het construeren van ‘de waarheid’ bestudeerde ze hoe de media (mede) ons wereldbeeld bepalen. “Dat blijkt ook met verkeersongevallen heel treffend. Er is vaak zoveel menselijk leed na een ongeval, terwijl er met behulp van meer diepgravende journalistiek ook veel aan kan worden gedaan. Als de gevolgen voor het slachtoffer als mens meer aan het licht komen in het maatschappelijk debat, kan dat ‘betekenisgeving’ bieden aan zowel slachtoffers als nabestaanden. Ook vergroot het de urgentie om verkeersongevallen structureel te voorkomen. Dan moet de politiek wel in actie komen”, legt Eva uit.

"Voor slachtoffers deed het er vooral toe of er recht werd gedaan aan de persoon en of er informatie gedeeld werd over wat de mens uniek maakt; wat hem of haar kenmerkt, wat bijvoorbeeld passies zijn.”

- Eva Kwakman

Kwalitatief onderzoek

Voor haar promotie deed Eva kwalitatief onderzoek. Ze hield diepte-interviews met 11 mensen, slachtoffers én nabestaanden, tussen de 35 en 60 jaar, die ongeveer een uur duurden. “Het was tijdens corona en we hadden op diverse plekken aangekondigd dat we mensen wilden spreken over hun ervaring en beleving na een verkeersongeval. We hadden veel contact via de mail en ik kwam ook wel bij de mensen thuis, soms werden de interviews online gedaan. We spraken eerst uitgebreid over het verhaal; wat is er precies gebeurd? Daarna namen we samen de journalistieke berichtgeving door op onder andere ‘menselijkheid’. Zijn alle partijen in de kop genoemd? En is er sprake van menselijke woorden; staat er fiets, of fietser? Voor slachtoffers deed het er vooral toe of er recht werd gedaan aan de persoon en of er informatie gedeeld werd over wat de mens uniek maakt; wat hem of haar kenmerkt, wat bijvoorbeeld passies zijn.”

Verkeersslachtoffers willen betere berichtgeving

Het blijkt dat er veel overeenkomsten zijn in waar mensen behoefte aan hebben als zij een verkeersongeval meegemaakt hebben. Zo gingen alle geïnterviewden zelf actief op zoek naar informatiebronnen over wat er precies gebeurd is, om het verhaal te kunnen reconstrueren en te begrijpen. Dit blijkt erg belangrijk te zijn voor de verwerking van het ongeval. Ook had dit ‘terugkijken’ grote gevolgen voor hoe zij naar zichzelf en anderen keken. Het menselijke aspect blijkt erg belangrijk te zijn voor slachtoffers.

Concluderend zegt Eva: “De meeste geïnterviewden vinden dat er niet voldoende recht wordt gedaan aan wat zij (hebben) ervaren. De trend is dat slachtoffers, niet alleen in het verkeer, steeds meer terugvechten tegen de manier waarop naar voren wordt gebracht wat er is gebeurd. Ze vinden het belangrijk dat er een betere interpretatie en berichtgeving komt. Dit komt ten goede aan het rechtvaardigheidsgevoel en moet ook ‘victim blaming’ verminderen. Want zeg nou zelf; een fietser botst toch nooit opzettelijk tegen een automobilist?”