“Als ik de baas van Nederland was, zou ik willen dat scholen meer aandacht besteden aan pesten.” Sophie (21), werd vanaf groep 4 jarenlang gepest. Van school wisselen bleek uiteindelijk de enige oplossing. Het verhaal van Sophie – en dat van andere kinderen – is te lezen in het onderzoeksrapport ‘In eenzaamheid gepest‘ van de Kinderombudsman. Aan de hand van een online vragenlijst onderzocht de Kinderombudsman het pestgedrag onder kinderen. En, misschien nog wel belangrijker, wat volgens kinderen zelf de oplossing is. Want hoewel er al jarenlang maatschappelijke aandacht voor het onderwerp is, blijft daadwerkelijke verbetering tot nu toe uit. Dat moet anders.
Pestgedrag door kinderen vaak discriminatie
De Kinderombudsman vroeg kinderen naar hun ervaring met pesten. Uit de antwoorden blijkt dat de meeste kinderen gepest worden vanwege hun uiterlijk, kledingstijl of om hoe ze zich gedragen. Robin (12): “Het zijn in totaal iets van 150 kinderen die meedoen aan het pesten. Ik denk wel acht momenten per dag. ‘Homo’, ‘emo’, ‘homotyfus’ en ‘emotyfus’ zeggen ze en ze lopen met een grote boog om mij heen.” Discriminatie speelt een grote rol binnen het pesten. Een derde van de kinderen krijgt er mee te maken. Zij hebben bijvoorbeeld een handicap, een andere huidskleur, vallen op iemand van hetzelfde geslacht, of weten nog niet of en zo ja bij welke gendergroep zij zich scharen. Bovendien is er een groot aantal kinderen dat geen idee heeft waarom ze gepest worden.
Grotere impact wanneer gepest op meerdere plekken
Kinderen gaven in het onderzoek hun leven een rapportcijfer. Daaruit blijkt dat pesten een grote impact kan hebben op iemands leven. 15 procent van de gepeste kinderen gaf hun leven lager dan een vijf – een onvoldoende. Vooral kinderen die op meerdere plekken gepest worden (bijvoorbeeld op school en online) waarderen hun leven met een lager cijfer. Datzelfde geldt voor kinderen waarbij het pesten lange tijd voortduurt en/of niet wordt opgelost.
Meer aandacht voor pesten, hulp en erover leren praten
Het onderzoek van de Kinderombudsman gaf aandacht aan zowel pestredenen als oplossingen. Kinderen kregen de vraag hoe zij denken dat anderen beter geholpen kunnen worden. Het korte devies? Pak pesters harder aan. Hoe? Door een bredere aanpak tegen pesten. Met niet alleen aandacht voor pesten op school, maar ook in de woonbuurt, op het sportveld en online.
Bovendien geven de ondervraagde kinderen aan dat het belangrijk is dat álle kinderen hulp krijgen. Ze leggen de verantwoordelijkheid daarvoor bij de samenleving. Iedereen moet te allen tijde alert zijn op pesten en hulp bieden wanneer ze iets zien gebeuren.
Van leerkrachten, trainers, wijkagenten en jongerenwerkers vragen zij om een veiligere omgeving te creëren – waarin kinderen durven praten over pesten. Want, blijkt uit het onderzoek, de kinderen die er níet over praten hebben er het meeste last van.
Niet alleen kinderen, maar ook volwassen hebben er soms moeite mee om over pesten of discriminatie te praten. Daarom, vindt de Kinderombudsman, moeten ook zij leren hoe ze dit zo goed mogelijk bespreekbaar kunnen maken.