Om daders van seksueel misbruik van kinderen te kunnen veroordelen, is onderzoek heel belangrijk. Omdat er lang niet altijd meer fysiek bewijs –zoals sporen op het lichaam – is, is het verhoor van het slachtoffer een belangrijk onderdeel van dat onderzoek. Ook als het slachtoffer minderjarig is. Dat je die kwetsbare groep slachtoffers op een aangepaste manier moet behandelen staat in het VN-Kinderrechtenverdrag.
“Die afspraken worden in Nederland goed nageleefd als het gaat om kinderen van nul tot twaalf jaar,” vertelt onderzoeker Ytje Minke Hokwerda. “Voor hen is er bijvoorbeeld een kindvriendelijke verhoorstudio met speelgoed en worden vragen door een speciaal opgeleide verhoorder gesteld om geen verdere schade aan te richten bij het kind. Zo hoort het! Maar wat meteen opviel tijdens ons onderzoek, is het enorme contrast vanaf het moment dat je twaalf bent. Je bent dan nog steeds minderjarig, een kind nog. Toch is er voor deze groep weinig geregeld waardoor ze te veel behandeld worden als een volwassene.”
Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat zedenrechercheurs, officieren van justitie, rechters en advocaten, niet getraind hoeven te zijn om met deze minderjarige slachtoffers om te gaan. Daardoor krijgen tieners soms het gevoel niet te worden geloofd of wordt hun schuldgevoel aangewakkerd. Dat moet anders.