Marit: “Al tijdens mijn zwangerschap voelde ik dat Mees ‘anders’ was dan mijn twee oudere dochters. Mensen zeiden tegen me: ‘joh, het is een jongetje, die zijn nu eenmaal anders. Maak je niet zo druk.’ Maar een stemmetje in me zei dat er iets aan de hand was. Als er iets is wat ik geleerd heb de afgelopen jaren, is het om naar dat stemmetje te luisteren en niet af te gaan op wat anderen zeggen. Op de crèche noemden ze hem ‘demolition man’, omdat hij werkelijk alles sloopte. Toen hij bijna drie jaar was, nam het extreme gedrag van Mees toe en besloten we hulp in te schakelen en diagnostisch onderzoek in te zetten. Hij kreeg toen al de diagnose ADHD.”
Agressieve uitbarstingen
Het gezin krijgt veel hulp aangeboden. Mees krijgt medicatie, zijn ouders krijgen adviezen hoe ze een duidelijke structuur in de dag voor hem kunnen maken en ze krijgen een fijne gezinscoach die meekijkt. Maar op de basisschool gaat het toch mis. Mees ligt niet lekker in de groep. Hij is net wat anders dan de rest en wordt gepest. De woede en frustratie die hij op school voelt, kropt hij op en dan komt het thuis tot agressieve uitbarstingen. “En die zijn niet grappig”, vertelt Marit. “Je probeert er te zijn voor je kind, maar het is soms ook echt enorm zwaar. In die tijd hield ik voor mijn gevoel 4.000 ballen in de lucht en kwam ik net zo veel handen tekort. Ik heb zelf een zware jeugd gehad en ik raakte depressief en enorm overprikkeld door de situatie thuis, waardoor ik in een psychose raakte.”
De aandacht die al die jaren naar Mees uitging, was plotseling ook nodig voor Marit zelf. De kinderen sliepen bij opa en oma en Marit greep alle hulp aan die ze kon krijgen. Na een intensieve therapie heeft ze het tij kunnen keren. Maar voor haar was wel duidelijk dat het gezin méér nodig had.
Erop of eronder
“De problemen bij Mees hadden zich in de tussentijd opgestapeld. Hij liep op heel veel vlakken vast: zijn gedrag, zijn emoties, zijn sociale vaardigheden. De jarenlange pesterijen hadden hem een trauma opgeleverd. En door mijn afwezigheid als ouder had hij ook nog hechtingsproblematiek ontwikkeld. Voor mij was het duidelijk, het is nu erop of eronder. Niet alleen voor Mees, maar voor ons hele gezin.”
Bij Levvel kwam het gezin in aanmerking voor lntegratieve Gehechtheidsbevorderende Traumabehandeling voor Kinderen (IGT-K). Deze behandeling is bedoeld voor kinderen waarbij een kort durende traumabehandeling niet werkt of niet lukt omdat, zoals bij Mees, het kind bijvoorbeeld te vermijdend is. De behandeling start met het verbeteren van de gehechtheid, de interactie tussen de opvoeders en het kind en emotieregulatie. Pas daarna wordt gewerkt aan het verminderen van traumaklachten.
Achter het gedrag kijken
“We zijn ontzettend blij met deze therapie. Eerder kregen we ook goede hulp, maar we waren vooral bezig met het blussen van de brandjes thuis. Nu wordt de kern aangepakt en behandeld. Al meteen tijdens de intake met onze therapeut Nathalie Schlattmann leerden we achter het gedrag van ons kind te kijken. Dat maakt al zo’n verschil. We hebben veel meer begrip voor hem. De klik met de therapeut is ook erg belangrijk. Wij voelen ons door haar gehoord en gezien. Nathalie weet altijd alles zo om te zetten dat iets negatiefs juist positief belicht wordt en het voor ons niet voelt als falen, maar als leren. Het is pittig wat er allemaal tijdens een sessie gebeurt. En het werkt thuis ook nog door. Nu zijn we bezig hem het vertrouwen te geven dat we er zijn voor hem. We zien hem, we horen hem. We merken dat de uitbarstingen thuis korter zijn, nog steeds wel heftig, maar ze duren minder lang.”
Toewijding
Inmiddels is Mees 13 jaar en gaat bijna naar de middelbare school. Dat voelt als een nieuwe start. Weg van de pesterijen en daarmee ook weg van de bron van zijn trauma. “Maar we zijn er nog lang niet”, weet Marit. “Er zijn nog veel punten waar we in de therapie aan gaan werken om zijn trauma op te ruimen en zijn sociale vaardigheden te verbeteren. En het is niet alleen therapie voor het kind. Wij moeten ons als ouders ook enorm inzetten. Het vraagt veel tijd en toewijding. Je ziet je kind door allerlei fases gaan. Je moet eerst door de diepe dalen om bij de kern te komen voordat je kan opbouwen naar herstel en verbetering. Soms is het intens verdrietig om je kind te zien worstelen, maar het is ook een mooi proces. Eerst gingen we één stap naar voren, daarna drie stappen terug. Nu gaan we drie stappen vooruit en soms één stap terug.”