3. Ziet u voor uzelf een belangrijke rol weggelegd, juist als Tweede Kamerlid, om te strijden voor meer openheid over online vormen van seksueel misbruik?
“Misbruik wordt te veel en te snel gebagatelliseerd in onze samenleving. Zeker als het online plaatsvindt of als het om deepfakes gaat, ‘want het is toch niet echt?’. Die reactie uit de samenleving maakt dat je je als slachtoffer nog kleiner en nog kwetsbaarder voelt. Als Kamerlid heb ik een stem die veel slachtoffers niet hebben. Willen we dit probleem echt aan kunnen pakken, dan begint dat bij openheid. Daarom ben ik er transparant over. Zodat andere vrouwen die dit wordt aangedaan, niet het gevoel hoeven te hebben dat misbruik onder het tapijt wordt geveegd.”
4. Wat denkt u dat we als maatschappij moeten veranderen als het gaat om misbruik?
“Het belangrijkste is om de verantwoordelijkheid te leggen waar die hoort: bij de dader. Opmerkingen als ‘Wat had ze aan? Ze had ook te veel gedronken. Ze heeft zelf die foto gestuurd,’ leggen de verantwoordelijkheid bij het slachtoffer. Als je erover nadenkt, is het bizar.”
5. Hoe kunnen volgens u maatschappelijke organisaties en de politiek elkaar versterken om op te komen voor slachtoffers?
“Maatschappelijke organisaties hebben een belangrijke rol om het perspectief van het slachtoffer op de politieke agenda te houden. En de politiek erop aan te spreken als de aandacht verslapt. Rondom internationale vrouwendag zie je elke partij pleiten voor meer vrouwen in de politiek, maar daarna wordt het te vaak weer stil. Als we daar nou eens blijvend verandering in brengen, is het perspectief van vrouwen in ieder geval beter vertegenwoordigd.”