Voor het maken van dit nummer ben je in gesprek gegaan met jongeren die dit hebben meegemaakt. Waarom was dat belangrijk voor je?
“Veel nummers die ik schrijf, zijn sterk autobiografisch. Ik gebruik de muziek om dingen van me af te schrijven. Toen ik werd gevraagd om een nummer over online shaming te maken, vond ik dat best wel spannend. Het is een heel specifiek onderwerp, heel emotioneel beladen ook, waar ik zelf geen ervaring mee heb. Wel heb ik op school van een afstand gezien dat het gebeurde. Maar om de gevoelens die erbij komen kijken echt te begrijpen, vond ik het belangrijk om mensen te spreken die het zelf hebben meegemaakt. Via Instagram vroeg ik mijn volgers om hun ervaringen te delen. Daar kwamen heel veel reacties op. Uiteindelijk ben ik onder begeleiding van Fonds Slachtofferhulp met zes jongeren in gesprek gegaan en daar heb ik dit nummer over geschreven.”
Wat heeft veel indruk op je gemaakt tijdens deze gesprekken?
“Sowieso vond ik het erg bijzonder dat die jongeren zich open durfden te stellen en hun verhaal en gevoelens met me deelden. Ik vond het wel erg heftig om te horen dat de meeste van hen na jaren nog steeds rondlopen met het gevoel dat het hun eigen schuld is. Terwijl iemand anders hun foto, die ze in vertrouwen hebben gedeeld, ongevraagd heeft doorgestuurd. Iedereen keert zich tegen het slachtoffer. Ook wordt er vaak gezegd ‘waarom maak je dan ook zulke foto’s?’, maar hierbij leg je de fout weer bij het slachtoffer neer. En als je dat zo vaak hoort dan ga je het ook geloven.”
Tijdens het gesprek heb je vooral geluisterd om vervolgens een spreekbuis te kunnen zijn voor slachtoffers van online shaming. Vind je het belangrijk dat jouw nummers maatschappelijk relevant zijn?
“Eigenlijk is dit het eerste nummer waarin bewust een maatschappelijke betekenis zit. Mijn andere nummers zijn vooral autobiografisch: over de zoektocht naar mezelf, over de liefde. En dan raak je natuurlijk wel universele thema’s, waardoor veel mensen er ook iets aan hebben. Ik kreeg ook veel reacties op mijn nummer ‘Dat heb jij gedaan’. Mensen die zich in de tekst herkenden. Ook kinderen van ouders met een drankprobleem. Soms vragen mensen me om advies, omdat ze bijvoorbeeld zelf in een moeilijke relatie zitten. Ik vind het heel fijn en ook een compliment dat mijn muziek zo veel los kan maken. Maar advies geven is natuurlijk niet aan mij, ik ben geen coach of psycholoog. Ik vertolk wat mijzelf bezig houdt en het ik vind het heel fijn als dat anderen ook raakt. Wat dat betreft is ‘Stukje van mij’ wel anders. Het gaat niet over mij, maar ik hoop wel echt een boodschap over te brengen waar mensen over nadenken.”
Toen je het nummer net speelde, maakte dat best veel emoties los. Wat betekent dat voor jou?
“Dat is natuurlijk heel bijzonder en hoopvol om te zien. Want het is heel erg nodig dat slachtoffers niet langer de schuld krijgen. Hun foto werd ongevraagd doorgestuurd, ze werden uitgelachen, belachelijk gemaakt en raakten overtuigd dat het hun eigen schuld was. Ik hoop dat we heel veel mensen bereiken met dit nummer en de campagne. Zodat jongeren zich bewuster worden wat voor een impact het heeft als je een foto van iemand ongevraagd doorstuurt. En ik hoop ook dat we het taboe kunnen doorbreken: het is niet gek om een foto te sturen als het in vertrouwen is. Sexting hoort er voor veel jongeren nu eenmaal bij. Als het taboe eraf gaat, denk ik ook dat het minder interessant wordt om naaktfoto’s door te sturen.”