Het scenario zou niet misstaan in Hollywood: in een paar jaar tijd transformeerde rector Eric van ‘t Zelfde een van de slechtste scholen in een Rotterdamse achterstandswijk naar een van de best presterende scholen in het land. Van een plek waar leerlingen elkaar bedreigden met wapens, docenten angstig of uitgeblust voor de klas stonden en loverboys hun kans zagen, is de school een veilige haven geworden waar ouders in de rij staan om hun kind naartoe te sturen. Eric schreef er het boek Superschool over, werd twee keer spreker van het jaar en presenteert al seizoenen lang samen met voormalig bokskampioen Lucia Rijker het tv-programma Dream School om kwetsbare jongeren weer toekomstperspectief te geven.
Op school kun je dus enorm veel betekenen voor een kind. Gaat de zorg wat jou betreft verder dan de grenzen van het schoolplein?
“We zien die kinderen zeker zes uur per dag. We vormen een soort ecosysteem met elkaar. En dan ontwikkel je een speciale bril. Hoe beweegt een kind zich door de school? Is hij vrolijk, zijn er zichtbare of niet zichtbare littekens? Je weet dat van de 1.200 leerlingen zeker 10% hulp nodig heeft. Of het nu gaat om huiselijk geweld, verslavingsproblematiek, seksueel misbruik of een echtscheiding. Wat er thuis speelt, gaat mee naar school. En als school draag je de verantwoordelijkheid om er iets mee te doen. We gaan altijd in gesprek met de kinderen. Ze zitten bij ons aan tafel, we praten niet over ze, maar met ze. Wat is er aan de hand, wat kan ik voor je doen? Het kind heeft altijd de grootste rol.”
Om te vertellen over wat er thuis speelt, moeten kinderen je wel enorm vertrouwen. Hoe doe je dat?
“Collega’s denken vaak dat ze zijn aangenomen als docent Engels of Aardrijkskunde. Maar in de ogen van deze kinderen is dat niet zo. Je zit daar als volwassene. Jouw kennis van je vak doet er niet toe als ze altijd in de steek zijn gelaten door volwassenen in de eerste of tweede ring om hen heen. Ze hebben dan een natuurlijk wantrouwen ontwikkeld. Daar moet je eerst aan werken. Met veel geduld en altijd met de houding: ik ben ok, jij bent ok. Een kind gaat herkennen of iemand het juiste met hem voor heeft of onbetrouwbaar is. Zo bouw je die relatie op. En soms moet je een harde boodschap meegeven, juist om liefdevol te zijn.”
Wat doet een school concreet, als er sprake is van mishandeling thuis?
“Er gaat natuurlijk een heel systeem in werking. We lichten Veilig Thuis in, we praten de wijkagent bij, schakelen het zorgteam op school in dat kinderen begeleidt met sociale of psychologische problemen. Wanneer er sprake is van diepe trauma’s door stelselmatige mishandeling, gaat dat natuurlijk voorbij onze expertise. Dan is specialistische begeleiding nodig. Als school hebben we wel altijd de additionele taak om het kind op het pad te houden. Zorgen dat het wel naar school gaat, een diploma haalt en daar alle mogelijke begeleiding bij krijgt.”
Werkt dit systeem?
“Werken met beschadigde kinderen is complex. Dat is ook wat ik wil laten zien in het programma Dream School. Het vraagt veel van je als docent. Maar dat betekent niet dat je ze dan maar opgeeft. Met de juiste mensen om zich heen, kunnen deze kinderen uit die cirkel van problematiek breken. En wat mij betreft volstaat het systeem hier bij lange na nog niet in. Neem alleen al het enorme tekort aan docenten. En wat mij betreft zijn alleen de allerbeste goed genoeg. Als docent ben je krankzinnig belangrijk. Je bent verantwoordelijk voor de volgende samenleving. Daarom mag er geen docententekort zijn en moet er geld zijn voor zorgteams. Ook andere maatschappelijke instanties moeten goed op orde zijn; de jeugdzorg, politie. Hier worden door de politiek niet de juiste keuzes gemaakt.”
Frustreert je dat?
“Ja, het houdt me dagelijks bezig. De cirkels om een kind zijn zo belangrijk. Het gezin, de school, de buurt. Je wilt dat een kind veilig opgroeit binnen een kring van volwassenen die er met elkaar voor zorgen dat het een volwassene wordt die begaan is met de samenleving. Die een pannetje kippensoep brengt naar de zieke buurvrouw. Die geeft om een ander. Om dit voor elkaar te krijgen is geld en prioriteit nodig vanuit de overheid.”
Je staat erom bekend dat je ver gaat om een leerling te helpen. Verder dan strikt noodzakelijk zou zijn volgens het systeem. Kun je daar een voorbeeld van geven?
In Rotterdam hadden we een eindexamenleerling die telkens te laat kwam en dreigde te zakken. Het gezin bleek zo arm te zijn, dat hij in de nacht werkte bij de bagageband op Schiphol om geld te verdienen voor zijn moeder en zusjes. In de ochtend moest hij zich dan haasten om op tijd op school te komen in Rotterdam. Zo’n jongen die kostwinner blijkt te zijn, dat greep me bij de keel. Dan zit er een kind voor je die als een volwassene niet wegkijkt voor de verantwoordelijkheden van het gezin. Ik vroeg hem wat hij verdiende op Schiphol en bood hem het dubbele. ‘Wat moet ik doen dan?’ vroeg hij. In de bibliotheek zitten en je examen leren. Collega’s verklaarden me voor gek. Maar ik houd van dit soort constructies. Buiten de systemen denken en zo een belangrijk verschil maken voor iemand. Dat geeft hoop.”
Ben je dan idealist of realist?
“Als het slecht gaat met een kind, wil ik erbij zijn. Als iemand om hulp vraagt, dan wil ik helpen. En als dat om meer vraagt dan wat volgens het boekje geregeld is, dan doe ik dat. Mijn oma zei altijd: ‘wees nooit een omstander.’ En die taak, die voel ik. Of dat dan idealistisch is, weet ik niet. Ik vind het gewoon een taak van een volwassene voor een ander mens. En die je ook de kinderen probeert bij te brengen, gewoon, door het voor te doen. Kijk niet weg, vraag hoe het gaat, kun je iets doen? Je hoeft geen hulpverlener te zijn om een groot verschil te maken. We kunnen allemaal meer betekenen dan we denken. Elke dag.”
Meer over Eric van ’t Zelfde
Eric van ’t Zelfde heeft twee boeken gepubliceerd: Superschool en het kinderboek De wonderbaarlijke avonturen van Gijs en opa. Zijn derde boek Code Rood verschijnt in november 2023. Het programma Dream School is terug te zien via NPOstart.