3. Wat zijn signalen, of rode vlaggen, waardoor we kunnen herkennen dat vrouwen slachtoffer zijn van buitensporige dreiging of geweld die kan uitmonden in femicide?
“Als buitenstaander is het niet altijd makkelijk te zien wat er achter gesloten deuren plaatsvindt. Toch is er aantal signalen waar hulpverleners, politie, maar ook naasten op kunnen letten. Bijvoorbeeld wanneer er melding is van stalking. Of wanneer een vrouw in het bijzijn van haar partner niet vrijuit durft te spreken. Doodsbedreigingen en angst van de vrouw moeten ook altijd serieus genomen worden.”
4. Hoe kunnen overheid en onafhankelijke organisaties, zoals Fonds Slachtofferhulp, samen optrekken en elkaar versterken in de strijd tegen femicide?
“Het is goed dat de overheid samenwerkt met bijvoorbeeld Fonds Slachtofferhulp voor concreet advies en de inbreng van specifieke expertise. Daarnaast wil ik dat de overheid samen met onafhankelijke organisaties optrekt in het gezamenlijk ontwikkelen en implementeren van trainingen voor professionals, zodat zij op een uniforme en effectieve manier omgaan met (signalen van) femicide en met de aanpak van stalking.”
5. Als we kijken naar vrouwen die slachtoffer zijn van (huiselijk) geweld; hoe kunnen zij het beste geholpen worden om uit een onveilige thuissituatie te durven stappen?
“De VVD gelooft dat vrouwen in staat zijn om zelfstandig beslissingen te nemen over hun leven, inclusief de beslissing om uit een onveilige situatie te stappen. Maar dan moet er wel een veiligheidsnet zijn. Wij willen dat signalen serieus worden genomen bij Veilig Thuis en de politie. Daarom zetten we in op goede scholing bij deze instanties. Tenslotte is er de vrouwenopvang waar vrouwen de eerste periode terecht kunnen. Een mooie aanvulling is de speciale noodhulp van Fonds Slachtofferhulp om deze vrouwen in een moeilijke tijd een steuntje in de rug te geven.”