Een toenemend aantal mensen leeft in Nederland onder de armoedegrens, maar ook net boven die armoedegrens kunnen veel mensen amper rondkomen door stijgende lasten. Hoe groot is de armoedeproblematiek in Amsterdam?
“Het is schrijnend om te zien dat in een rijke stad als Amsterdam er een grote groep is die het echt heel moeilijk heeft. Van de Amsterdamse gezinnen leeft 17% in armoede en groeit 1 op de 6 kinderen op in armoede. Als je kijkt naar het wettelijk sociaal minimum, zie je dat mensen hier allang niet meer van rond kunnen komen. Een groeiende groep, ook mensen met een baan, kan door inflatie en hogere kosten voor levensonderhoud niet goed rondkomen. In Amsterdam hebben we de inkomensgrens voor armoederegelingen daarom vorig jaar verder verhoogd van 120% naar 130% van het wettelijk sociaal minimum, voor regelingen voor gezinnen zelfs naar 150%.”
De gemeente Amsterdam heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in diverse armoederegelingen zoals de energietoeslag, een stadspas en gratis OV voor minima-ouderen. De vraag is of dit structureel helpt. Hoe kijkt u daar naar?
“We mogen als gemeente niet aan inkomenspolitiek doen, zoals de uitkeringen verhogen. We kunnen Amsterdammers dus alleen helpen met specifieke armoederegelingen. Maar dit blijft pleisters plakken, zolang het structurele probleem niet wordt aangepakt: het Rijk moet het wettelijk sociaal minimum verhogen. Alleen zo bied je de zekerheid en stabiliteit die mensen nodig hebben om uit de vicieuze cirkel van armoede te komen.”
De impact van armoede op gezinnen is groot. Ook blijkt uit onderzoek dat kinderen die opgroeien in armoede op alle levensgebieden worden belemmerd in hun ontwikkeling. Welke rol pakt de gemeente Amsterdam op dit gebied?
“We willen niet dat kinderen de dupe zijn van geldproblemen thuis. Daarom hebben we een uitgebreid pakket aan regelingen voor kinderen en hun ouders. Denk aan kindtegoed voor schoolspullen via de stadspas, gratis laptops of tablets, vergoedingen voor sport, zwem-, dans- of muziekles en voor de reiskosten naar de middelbare school. Ook is er een vergoeding voor de eigenbijdrage van de kinderopvang en voor de vrijwillige ouderbijdrage op de basisschool.”
Er zijn, ook in uw stad, veel maatschappelijke organisaties actief die een helpende hand bieden. Zo ook Fonds Slachtofferhulp dat noodhulp biedt aan mensen die (tijdelijk) de eindjes niet meer aan elkaar kunnen knopen doordat ze ook nog te maken krijgen met een misdrijf of ongeval. Wat is het belang van deze organisaties?
“We hebben talloze organisaties en vrijwilligers die zich, elke dag weer, inzetten voor Amsterdammers die moeite hebben rond te komen. Het werk van Fonds Slachtofferhulp en al die andere partijen die zich inzetten om kwetsbare Amsterdammers te helpen en om armoede te bestrijden is enorm belangrijk voor de stad. Dit kan niet vaak genoeg benadrukt worden. Jaarlijks steken we bij de uitreiking van de Omarmprijzen een aantal van deze initiatieven een hart onder de riem.”
Ziet u dit als een eigenlijke taak van de overheid, of bent u juist vóór onafhankelijke rol van maatschappelijke organisaties?
“Eigenlijk zou het gewoon een taak van de overheid moeten zijn om bestaanszekerheid te bieden. Maar het is te kort door de bocht om te zeggen dat maatschappelijke organisaties hun werk kunnen neerleggen zodra de lonen en uitkeringen verhoogd zijn. Want maatschappelijke organisaties werken heel bevlogen en helpen vanuit hun eigen expertise en andere invalshoeken mensen die dat nodig hebben. De gemeente werkt daarom dankbaar samen met deze organisaties. Ik vind het juist mooi dat in onze barmhartige stad niet alleen de gemeente, maar ook mensen elkaar een helpende hand bieden.”