Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de Vereniging Ouders van een Vermoord Kind (VOVK) werd onlangs het boek ‘Een schaduw levenslang’ gepresenteerd. Het boek bevat een twintigtal aangrijpende verhalen van ouders over hun vermoorde kinderen. De twintig verhalen zijn totaal verschillend, maar geven een goed beeld van de veerkracht van de mens. Naast verhalen van nabestaanden staan in het boek ook beschouwingen op het onderwerp en verhalen hoe achterblijvers omgaan met thema’s als wraak of de verjaardag van hun overleden zoon of dochter. Het voorwoord is geschreven door Prof. Mr. Pieter van Vollenhoven, erevoorzitter van Fonds Slachtofferhulp. Ook Ineke Sybesma, directeur Fonds Slachtofferhulp, werd door de VOVK gevraagd een bijdrage te leveren aan dit bijzondere boek. Haar beschouwing is hieronder te lezen.
Het boek is te koop in de boekhandel en o.a. online te bestellen via Bol.com. De opbrengst van het boek gaat naar de nieuwe Federatie Nabestaanden Geweldslachtoffers
Het was eind 2005 toen ik in de Mozes en Aaronkerk in Amsterdam het 10 jarig jubileum bijwoonde van de VOVK. Er waren veel mensen, veel nabestaanden die hun ongelofelijke verhaal vertelden. Over die schokkende dag dat zij hun kind verloren, het onpeilbare verdriet, het gevecht dat het strafproces voor hen inhield, en de worsteling om van het leven nog iets te maken.
Ik hoorde de bitterheid en de intense teleurstelling over de behandeling die ouders ten deel viel bij instanties. En de tegenwerking, het links laten liggen, het gebrek aan erkenning dat nabestaanden moeten meemaken, ook in eigen kring.
Ik was zwanger en achter in die zaal, probeerde ik mij voor te stellen hoe het zou zijn om dat wat je onder je hart draagt, op de wereld zet, intens verzorgt en begeleidt tot een zelfstandig mens, waarvan je iedere vezel kent en liefhebt, door toedoen van een onverlaat, volstrekt zinloos, moet missen.
Mijn Fonds werd genoemd als een van de weinige organisaties die de VOVK ondersteunden; en ik schaamde me. Omdat we veel meer zouden moeten doen. En dat nam ik mij dan ook ter plekke voor.
Twaalf jaar verder hebben de lotgenotenorganisaties gezamenlijk ongelofelijk veel bereikt. Hoewel het leed van nabestaanden niet kan worden weggenomen of gereduceerd, wordt vandaag de dag veel meer aandacht besteed aan de opvang, de informatie, de strafrechtelijke positie, en de schadepositie van nabestaanden. Met hulp van andere organisaties, waaronder het Fonds, vochten de lotgenotenorganisaties met succes voor een groot aantal rechten voor nabestaanden in de strafrechtketen en bij de hulpverlening.
Mijlpalen in de belangenbehartiging zijn er vele. Ik noem onze intense samenwerking bij het strafproces tegen een vrijgekomen dader die meende dat hij het recht had om vergeten te worden in de zoekmachines van Google en andere internetgiganten. Een proces dat wij wonnen, met als kernargument het recht van de doden om herinnerd te worden.
Als het gevecht voorbij is, blijft de herinnering aan het kind dat u verloor. Blijft het delen van ervaringen van de lotgenoten over het proces van vallen en opstaan om verder te gaan. U heeft mij, zonder dat u het wist, vaak geïnspireerd; uw veerkracht, in voor mij onvoorstelbare omstandigheden, is een voorbeeld om te volgen.
Ik wens de VOVK en de andere lotgenotenorganisaties, na de fusie toe, dat u elkaar mag vinden in veerkracht.