Het is nog niet eens zo lang geleden dat nabestaanden van moord, geen enkele positie hadden in het strafrecht. Zij moesten lijdzaam toezien en toehoren bij de rechtszaak over hun geliefde partner, familielid of kind. Er was geen recht op schadevergoeding, geen recht om te spreken, en de meest intieme informatie werd wel in het openbaar, maar niet met hen gedeeld.
Om de positie van nabestaanden te verbeteren werd de lotgenotenorganisatie Ouders van een Vermoord Kind opgericht. Waarin intens verdrietige maar ook strijdbare ouders vochten voor meer rechten en meer aandacht voor nieuwe nabestaanden die na een onvoorstelbare, gruwelijke ervaring, ook te maken zouden krijgen met onrecht en onbegrip. Hoe dapper van de VOVK ouders dat zij zich, terwijl hen het meest ernstige, schokkende overkwam, wilden inzetten voor het lot van anderen. Hun strijd heeft veel goeds voortgebracht. Inmiddels is de positie van nabestaanden veel beter dan 15 jaar geleden.
De VOVK, en 2 andere lotgenotengroepen, besloten 3 jaar gelden te fuseren om samen nog sterker te zijn. En zo ontstond de Federatie Nabestaanden Geweldsmisdrijven, de FNG. Die lotgenoten bij elkaar brengt, herdenkingen organiseert en de belangen van nabestaanden behartigt bij overheid en politiek. De VOVK hield daarom per 1 januari 2020 op te bestaan.
Meer rechten en meer ondersteuning en begeleiding neemt niets weg van het onbevattelijke leed dat nabestaanden van moord wordt aangedaan. Iets dat onbevattelijk is, werd verbeeld. Dit bronzen kunstwerkje werd gemaakt door Linda de Geus wier zus Mariëlle in november 2001 op brute wijze werd vermoord in Gouda.