Slachtoffers van medische incidenten weer in hun kracht zetten

In september dit jaar is Fonds Slachtofferhulp gestart met een pilot Casemanagement medische incidenten. De komende twee jaar zullen professionele Casemanagers van Slachtofferhulp Nederland gedupeerde ziekenhuispatiënten bijstaan op praktisch, juridisch en psychosociaal vlak. Zo ook Mariëtte van Eck en Ineke Verschure, die beiden sinds 2012 als Casemanager Ernstig Geweld en Levensdelicten werken. Vanaf heden zullen zij ook slachtoffers van medische incidenten bijstaan.

Openheid en erkenning voor slachtoffers van medische incidenten

Voor slachtoffers van medische incidenten bestaat in Nederland nog niet dezelfde opvang en erkenning als voor slachtoffers van bijvoorbeeld geweldsmisdrijven. Deze grote groep mensen valt wat betreft erkenning en opvang tussen wal en schip, terwijl de impact op het leven vergelijkbaar is. Om deze reden is Fonds Slachtofferhulp het programma Open in de zorg gestart. De pilot Casemanagement is hier een belangrijk onderdeel van.

Mariëtte: ”Alleen het feit dat er een onafhankelijk iemand beschikbaar is. Iemand die zich op alle deelgebieden van het leven van een gedupeerde patiënt bezighoudt, dat is al een vorm van erkenning. Wanneer je mensen een luisterend oor biedt en oprecht betrokken bent bij het leed dat hen is aangedaan hebben mensen minder de behoefte om erkenning via een juridisch traject te krijgen. De erkenning is essentieel. Een van onze belangrijkste taken is om de cliënt daarin te volgen en te kijken wat hij of zij nodig heeft.”

Secundaire victimisatie

Anders dan het geval bij ernstige geweldsmisdrijven, is er bij een medisch incident geen opzet in het spel. Ook voor de arts of zorgverlener kan een medisch incident ingrijpende gevolgen hebben, zeker wanneer het slachtoffer zich genoodzaakt voelt om de juridische weg in te slaan.

Ineke: ‘’Er zal een groot verschil zijn in de reactie van mensen die slachtoffer zijn van een medisch incident en mensen die slachtoffer zijn van een geweldsdelict. Het kanaliseren van het verdriet en de boosheid zal in eerste instantie op de arts gericht zijn, maar de tijd zal leren hoe de verwerking zal gaan.”