Vanaf het moment dat haar man vermist raakte, stond Iris er alleen voor met haar drie kinderen (3, 8 en 11). Ze loopt sindsdien tegen grote praktische en financiële problemen aan.
‘’Om recht te hebben op bepaalde subsidies of toeslagen moet je óf samen zijn óf alleenstaand. Als je een man hebt die vermist is, ben je niet samen en niet alleen, heb je nergens recht op en val je tussen wal en schip. Het is niet te regelen. Je zit aan alle kanten aan de verkeerde kant van de medaille. Het kost elke keer weer heel veel moeite om dingen geregeld te krijgen en sommige dingen zijn gewoon niet te regelen. Ik kreeg geen kinderopvangtoeslag. Ik had problemen met de hypotheek. De Belastingdienst vormt een groot probleem; die bleven blauwe brieven sturen. Wij deden altijd samen aangifte, dat kan niet meer, maar ik ben ook geen officieel eenoudergezin. Hoe vul je dan je belastingaangifte in? Alle stappen zijn moeilijk en als er in het beste geval iets geregeld kan worden, dan zijn het vage constructies. Officieel kun je namelijk niets regelen en als je pech hebt, tref je later in het proces iemand die niet weet hoe het zit en kan je weer opnieuw beginnen. Voor de bureaucratische systemen in Nederland bestaan er slechts twee opties: iemand is of dood of levend. Mijn realiteit is helaas anders.’’